Use Dark Theme
bell notificationshomepageloginedit profile

Munafa ebook

Munafa ebook

Read Ebook: Vijf weken in een luchtballon by Verne Jules

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 694 lines and 80867 words, and 14 pages

"Welnu," zeide de doctor met de grootste koelbloedigheid, "wat heb ik te vreezen? Gij zult wel begrijpen, dat ik mijne voorzorgen genomen heb om geen val van mijn ballon te duchten te hebben, als hij mij dus in den steek laat, zal ik mij op de gewone wijze der onderzoekers op de aarde terug bevinden; maar mijn ballon zal zulke kuren niet krijgen, wees daarvan verzekerd."

"Gij moet er integendeel op rekenen."--"Neen, mijn waarde Dick. Ik zal er mij niet van scheiden v??r mijne aankomst aan de westkust van Afrika. Met dezen ballon is alles mogelijk, zonder hem verval ik weder in de gevaren en natuurlijke hinderpalen van een dergelijken tocht; met hem heeft men noch hitte, noch stortvloeden, noch onweders, noch den samoem, noch de ongezonde klimaten, noch de wilde dieren, noch de menschen te vreezen! Als ik te warm ben, klim ik; ben ik te koud, ik daal; bergen, afgronden, stroomen kan ik overtrekken, een onweder beheersch ik, een bergstroom ga ik strijkelings voorbij! Ik ga zonder mij te vermoeien, ik houd stil zonder rust te behoeven! Ik zweef boven nieuwe steden! Ik vlieg met de snelheid des orkaans, nu eens in de hoogste luchtstreken, dan eens op de honderd voet afstands van den grond, en de kaart van Afrika ontrolt zich voor mij in den grooten atlas der wereld."

De brave Kennedy begon zich ontroerd te gevoelen en echter duizelde hij van het schouwspel, dat hij zich voor oogen stelde. Hij beschouwde Samuel met bewondering, maar ook met vrees; hij voelde zich reeds in de ruimte slingeren.

"Laat zien," zeide hij, "mijn waarde Samuel, gij hebt dus het middel gevonden, om de ballons te sturen?"--"Geenszins, dit is een hersenschim."--"Maar dan zult gij gaan...."--"Waarheen de Voorzienigheid het wil, maar toch van het Oosten naar het Westen."--"Waarom?"--"Omdat ik mij van de passaatwinden denk te bedienen, wier richting standvastig is."--"O! waarlijk!" zeide Kennedy nadenkend: "de passaatwinden.... zeker.... men kan.... er is werkelijk iets...."

"Mijn beste vriend, er is alles. Het engelsche gouvernement heeft een transportschip te mijner beschikking gesteld, men is eveneens overeengekomen, dat drie of vier schepen op de westkust zouden kruisen ten tijde van mijne vermoedelijke aankomst. Binnen hoogstens drie maanden zal ik te Zanzibar zijn, waar ik mijn ballon vullen zal, en vandaar zullen wij opstijgen...."

"Wij!" zeide Dick.--"Zoudt gij nog eenige tegenwerping te maken hebben? Spreek, vriend Kennedy."--"Eene tegenwerping? ik heb er duizend; maar zeg mij, onder anderen eens; als gij het land wilt zien, als gij naar willekeur wilt rijzen of dalen, kunt gij dit niet doen zonder uw gas te verliezen: tot heden zijn daaromtrent geene andere handelwijzen bekend, en dit heeft altijd de lange luchtreizen verhinderd."

"Mijn waarde Dick, ik zal u slechts ??n ding zeggen, ik zal geen deeltje gas, hoe klein ook, verliezen"--"En gij zult naar willekeur neerdalen?"--"Ja."--"En hoe zult gij dat aanleggen?"--"Dat is mijn geheim, vriend Dick. Vertrouw, en uwe spreuk zij, even als de mijne: 'Excelsior.'"--"Het zij zoo," antwoordde de jager, die geen woord Latijn verstond.

Maar hij was vast besloten om zich door alle mogelijke middelen tegen het vertrek van zijn vriend te verzetten. Hij hield zich dus of hij het met hem eens was en vergenoegde zich met waarnemen. Samuel ging het oog houden op zijne toebereidselen.

Afrikaansche onderzoekingen.--Barth, Richardson, Overweg, Werne, Brun-Rollet, Peney, Andrea Debono, Miani, Guillaume Lejean, Bruce, Krapf en Rebmann. Maizan, Roscher, Burton en Speke.

De richting, die doctor Ferguson zich had voorgesteld te volgen, was niet bij toeval gekozen, zijn punt van vertrek was ernstig overwogen, en niet zonder reden besloot hij van het eiland Zanzibar op te stijgen. Dit eiland, dicht bij de Oostkust van Afrika gelegen, ligt op 6? zuiderbreedte, dat is 430 geographische mijlen bezuiden den evenaar.

Van dit eiland was de laatste expeditie vertrokken om de bronnen van den Nijl op te sporen.

Maar het zal goed zijn aan te wijzen, welke onderzoekingen Ferguson hoopte te verbinden. Er zijn twee hoofdzakelijke: die van doctor Barth in 1849, en die van de luitenants Burton en Speke in 1858.

Doctor Barth is een Hamburger, die voor zijn landgenoot Overweg en voor zich het verlof vroeg om zich bij den tocht van den Engelschman Richardson te voegen; deze was belast met eene zending naar Soudan.

Dit uitgestrekte land is gelegen tusschen 15? en 10? noorderbreedte, dat is te zeggen, om er te komen, moet men meer dan 500 mijlen in het binnenste van Afrika dringen.

Tot op dien tijd was die landstreek slechts bekend door de reis van Denham, Clapperton en Oudney van 1822 tot 1824. Richardson, Barth en Overweg, begeerig hunne onderzoekingen verder voort te zetten, kwamen te Tunis en Tripoli aan, even als hunne voorgangers, en vervolgens te Murzuk, hoofdstad van Fezzan.

Zij verlieten toen de loodrechte richting en maakten een omweg westwaarts naar Gh?t, niet zonder moeielijkheden geleid door de Touaregs. Na duizend tooneelen van plundering, kwelling, aanvallen met gewapende hand, kwam hunne karavaan in October in de groote oase van Asben. Doctor Barth scheidde zich van zijne gezellen, deed een uitstapje naar de stad Aghad?s en voegde zich weder bij den tocht, die zich den 12den December weder op weg begaf; zij kwamen in de provincie Damerghou, waar de reizigers scheidden en Barth den weg van Kano insloeg, waar hij met geduld en na het betalen van aanzienlijke sommen aankwam.

Ondanks een hevige koorts verliet hij deze stad den 7den Maart door een enkelen bediende gevolgd. Het voornaamste doel zijner reis was het meer Tchad te verkennen, waarvan hij nog 350 mijlen verwijderd was. Hij ging toen oostwaarts en bereikte de stad Zouricolo in Burnou, aan den oever van het meer. Eindelijk bereikte hij na drie weken, den 14den April, twaalf en een halve maand na zijn vertrek van Tripoli, de stad Ngornou.

Wij vinden hem den 29sten Maart 1851 weder bij zijn vertrek met Overweg om het koninkrijk Adamaoua, ten zuiden van het meer, te bezoeken; hij kwam tot aan de stad Yola, een weinig beneden 9? noorderbreedte. Dit is de uiterste grens door dien stoutmoedigen reiziger bereikt.

Hij kwam in Augustus te Kouka terug, vandaar doorreisde hij achtereenvolgens Mandara, Barghimi, Kanem en bereikte de uiterste grens ten Oosten, de stad Masena, op 17? 20' westerlengte gelegen .

Den 25sten November 1752, na den dood van Overweg, zijn laatsten medgezel, drong hij westelijk door, bezocht Sockoto, stak den Niger over, en kwam eindelijk te Tombuctoe, waar hij acht maanden lang moest kwijnen te midden der kwellingen en slechte behandelingen van den scheik en van de ellende. Maar de tegenwoordigheid van een Christen in de stad kon niet langer worden geduld, de Fullanahs dreigden haar te belegeren. De doctor verliet haar dus den 17den Maart 1854, vluchtte naar de grenzen, waar hij drie-en-dertig dagen bleef, van alles ontbloot, kwam in November te Kano terug--en ging weder naar Kouka, vanwaar hij, na vier maanden oponthoud, den weg naar Denham weder insloeg; hij zag Tripoli weder tegen het einde van Augustus 1855 en kwam den 6den September te Londen terug, alleen overgebleven van zijne makkers. Dit was de stoutmoedige reis van Barth.

Doctor Ferguson teekende zorgvuldig op, dat hij tot op 4? noorderbreedte en 17? westerlengte was gekomen.

Zien wij nu, wat de luitenants Burton en Speke in Oost-Afrika deden.

De verschillende expediti?n, die den Nijl opzeilden, konden nooit aan de geheimzinnige bronnen van die rivier komen. Volgens het verhaal van den duitschen geneesheer Ferdinand Werne, ging de reis, beproefd in 1840, onder bescherming van Mehemed-Ali, niet verder dan Gondokoro, tusschen de 4? en 5? noorder-parallel.

In 1855 vertrok Brun-Rollet, die tot consul van Sardini? in oostelijk Soedan benoemd was, in plaats van Vaudey, die ter dood was gebracht, van Karthoum en kwam, onder den naam van Yakoub, handelaar in gom en ivoor, te Belenia, beneden den 4den graad en keerde ziek naar Karthoum terug, waar hij in 1857 stierf.

Noch doctor Peney, chef van den geneeskundigen dienst in Egypte, die op een kleine stoomboot een graad zuidelijker kwam dan Gondokoro en van uitputting te Karthoum stierf--noch de Venetiaan Miani, die, de watervallen ten zuiden van Gondokoro gelegen omtrekkende, de tweede parallel bereikte--noch de Maltezer koopman Andrea Debono, die zijn uitstap naar den Nijl nog verder voortzette, konden de onoverschrijdelijke grens overkomen.

In 1859 begaf Guillaume Lejean, door het fransche gouvernement met eene zending belast, zich naar Karthoum, langs de Roode Zee, scheepte zich op den Nijl in met een-en-twintig man equipage en twintig soldaten, maar hij kon niet verder komen dan Gondokoro en liep de grootste gevaren te midden der negers, die in vollen opstand waren. De tocht onder het bestuur van d'Escayrac de Lauture beproefde eveneens aan de befaamde bronnen te komen.

Maar die noodlottige eindpaal hield altijd de reizigers terug; de afgezondenen van Nero hadden eertijds den 9den graad noorderbreedte bereikt; men vorderde dus in achttien eeuwen slechts 5 of 6 graden, dat is 300 ? 360 geographische mijlen.

Verscheidene reizigers beproefden de bronnen van den Nijl te bereiken, door van een punt op de Oostkust van Afrika te vertrekken.

Van 1768 tot 1772 vertrok de Schot Bruce van Masuah, eene haven van Abyssini?, doorreisde Tigr?, bezocht de puinhoopen van Axum, zag de bronnen van den Nijl, waar zij niet waren en verkreeg geen enkel belangrijk resultaat.

In 1844 stichtte doctor Krapf, een anglikaansch zendeling, eene nederzetting te Monbaz op de kust van Zanguebar en ontdekte, in gezelschap van den eerwaarden Rebmann, twee bergen op driehonderd mijlen afstands van de kust; het zijn de bergen Kilimandjaro en Kenia, die de heeren de Heuglin en Thornton gedeeltelijk hebben beklommen.

In 1845 ontscheepte de Franschman Maizan alleen te Bagamayo, tegenover Zanzibar en kwam te Deje-la-Mhora, waar het opperhoofd hem onder de wreedste martelingen deed sterven.

In 1859, in Augustus, bereikte de jonge reiziger Roscher van Hamburg, met eene karavaan arabische kooplieden vertrokken, het meer Nyassa, waar hij in den slaap werd vermoord.

Eindelijk werden in 1857 de luitenants Burton en Speke, beiden officieren in het leger van Bengalen, door het Aardrijkskundig genootschap van Londen gezonden, om de groote afrikaansche meren te onderzoeken; den 17den Juni verlieten zij Zanzibar en richtten zich westwaarts.

Na vier maanden ongehoord lijden, nadat hunne bagage geplunderd en hunne dragers gedood waren, kwamen zij te Kazeh, middelpunt van vereeniging der handelaars en karavanen; zij waren midden in het Maanland; daar verzamelden zij kostbare documenten over de zeden, regeering, godsdienst en plantengroei van het land; vervolgens richtten zij hun weg naar het eerste der groote meren, het meer Tanganayika, gelegen tusschen 3? en 8? zuiderbreedte; zij kwamen er den 14den Februari 1858 aan en bezochten de verschillende volksstammen aan de oevers, voor het grootste deel menscheneters.

Zij vertrokken den 26sten Mei en kwamen den 20sten Juni te Kazeh terug. Daar bleef Burton, uitgeput, verscheidene maanden ziek; gedurende dien tijd deed Speke een tocht naar het noorden van meer dan 300 mijlen ver, tot aan het meer Ouk?r?ou?, dat hij den 3den Augustus zag, maar hij kon er slechts het begin van zien op 2? 30' breedte.

Hij was den 25sten Augustus te Kazeh terug en hernam met Burton den weg naar Zanzibar, dat zij in Maart van het volgende jaar wederzagen. Deze twee onverschrokken reizigers kwamen toen in Engeland terug, en het Aardrijkskundige genootschap te Parijs kende hun zijn jaarlijkschen prijs toe.

Doctor Ferguson merkte zorgvuldig op, dat zij noch den 2den graad zuiderbreedte noch den 29sten graad oosterlengte hadden overschreden.

Hij moest dus de onderzoekingen van Burton en Speke verbinden met die van doctor Barth; dat is, hij moest eene uitgestrektheid lands van meer dan twaalf graden doorkruisen.

Droomen van Kennedy.--Lidwoorden en voornaamwoorden in het meervoud.--Vleierijen van Dick.--Wandeling over de kaart van Afrika.--Wat er tusschen de twee punten van den passer blijft.--Hedendaagsche tochten.--Speke en Grant.--Krapf, de Decken, de Heuglin.

Doctor Ferguson verhaastte zeer de toebereidselen tot zijn vertrek; hij bestuurde zelf het vervaardigen van zijn luchtballon, volgens zekere wijzigingen, waarover hij het stilzwijgen bewaarde.

Reeds sedert lang had hij zich op het Arabisch en verschillende Mandingsche tongvallen toegelegd; dank zijn aanleg voor de kennis van vele talen maakte hij snelle vorderingen.

Onderwijl verliet zijn vriend de jager hem geen oogenblik; hij vreesde zonder twijfel dat de doctor zou opstijgen zonder iets te zeggen; hij hield daarover tot Samuel Ferguson verschillende redeneeringen, die den laatste niet overtuigden, en smeekte hem op hartroerenden toon van zijn voornemen af te zien, maar te vergeefs. Dick voelde dat hij in dit opzicht niets op hem vermocht.

De arme Schot was wezenlijk te beklagen; hij beschouwde het blauwe gewelf des hemels niet meer zonder eene sombere vrees; hij droomde alle nachten, dat hij van eene onmetelijke hoogte nederviel.

Wij moeten er bijvoegen dat hij, gedurende deze verschrikkelijke droomen eens of tweemaal uit zijn bed viel. Zijne eerste zorg was, aan Ferguson eene erge kneuzing aan het hoofd te laten zien. En echter zeide hij, het was slechts drie voet hoog, niet meer, en dan zulk een buil! Deze redeneering, vol zwaarmoedigheid, bewoog den doctor niet.--"Wij zullen niet vallen."--"Maar, als wij vallen?"--"Wij zullen niet vallen."--Dit was klaar, en Kennedy had niets te antwoorden.

Wat Dick bijzonder verbitterde, was dat de doctor hem toescheen zijn persoon geheel te verloochenen; hij beschouwde hem, Kennedy, onherroepelijk als den man, die zijn metgezel op de luchtreis zou worden. Dit was aan geen twijfel onderhevig. Samuel maakte een onverdraaglijk misbruik van het meervoudige voornaamwoord van den eersten persoon.

"Wij vorderen.... wij zullen gereed zijn den.... wij zullen vertrekken den ...."

Dick huiverde er van, hoewel besloten om niet te vertrekken; maar hij wilde zijn vriend niet te zeer tegenstreven. Laat ons zelfs bekennen, dat hij in stilte eenige uitgezochte kleederen en zijne beste jachtgeweren van Edinburg had laten komen.

Eens, nadat hij erkend had, dat men met een ongehoord geluk eene kans op duizend had om goed te slagen, veinsde hij aan de wenschen van den doctor toe te geven; maar, om de reis uit te stellen, zocht hij de meest verschillende uitvluchten. Hij sprak over het nut en de goede gelegenheid van den tocht.... Was die ontdekking van de bronnen van den Nijl wezenlijk noodzakelijk?.... Zou men werkelijk voor het heil der menschheid gearbeid hebben?.... Als, per slot van rekening, de volksstammen van Afrika beschaafd waren, zouden zij daarom gelukkiger zijn?.... Was men, overigens, zeker dat de beschaving niet eerder daar was dan in Europa?--"Misschien"--"En kon men nog niet wachten?.... Het doortrekken van Afrika zou zeker eens plaats hebben, maar op eene minder gewaagde manier.... Binnen eene maand, zes maanden, voor het einde van een jaar zou er zonder twijfel wel een of andere onderzoeker komen."

Dit alles bracht juist het tegenovergestelde te weeg van wat hij zich daarmede had voorgesteld en de doctor sidderde van ongeduld.

"Wilt gij dan, ongelukkige Dick, wilt gij dan, valsche vriend, dat een ander van dezen roem voordeel trekt? Moet ik dan mijn verleden schande aandoen? moet ik voor hinderpalen terugdeizen, die inderdaad niets beteekenen? moet ik door eene lage aarzeling beloonen wat het engelsche gouvernement en het Koninklijk genootschap van Londen voor mij hebben gedaan?"

"Maar...." antwoordde Kennedy.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Back to top Use Dark Theme