Use Dark Theme
bell notificationshomepageloginedit profile

Munafa ebook

Munafa ebook

Read Ebook: Een goudzoeker op Madagascar De Aarde en haar Volken 1908 by Lagrange S

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 68 lines and 9292 words, and 2 pages

Maar nu reist hij niet meer te voet; zijn middelen veroorloven hem nu een draagstoel te bekostigen of filanjana, of wel een muilezel aan te schaffen, en terwijl hij van huis is, bewaakt Rasoa de woning en het kamp. Daar zij lezen en schrijven kan, houdt zij zelfs de wekelijksche uitbetalingen op Zondag en ziet toe op het wegen. Ook zij geniet van den meerderen welstand. Ze beschikt nu over een filanjana, als ze zich verplaatsen wil, en ze heeft schoenen voor zich gekocht, hoewel ze maar zelden meer te voet gaat.

Een jaar is voorbijgegaan. Het toby of kamp, dat van dag tot dag zich heeft uitgebreid, is er als een echt dorp gaan uitzien, dat rondom het huis van den Europeaan is ontstaan. Deze is inderdaad hoofd en bestuurder van de plaats. Hij int de belastingen, die hij ter hand stelt aan de competente administratieve macht; hij doet in eerste instantie uitspraak in de conflicten, die dagelijks onder de arbeiders te beslechten zijn en speelt daarbij dikwijls de verzoenende rol.

Alle Zondagen is er na het wegen feest in het kamp. Er hebben zich onder de m'piassa volamena zangers en dansers geopenbaard. Welluidende zangen wisselen af met dansen en acrobatische oefeningen. Er wordt in de liederen gesproken van Imerina, dat zoo ver is, van de vazaha's, de ramatoa's of van de eene of andere liefdesgeschiedenis.

Een of twee violen en een trom vormen het orkest, dat zang en spel begeleidt. Die kunstenaars der instrumentale muziek heeten m'pilalo, en zij vormden nog tot kort geleden een gepatenteerde klasse in Imerina. Ze worden door het volk onderhouden; hun belasting wordt betaald door het dorp, waartoe ze behooren, en eindelijk verhoogen de geschenken van allerlei aard, die ze bij feestelijke gelegenheden ontvangen, hun inkomsten.

De grootste zorg voor den leider van een ontginning in Betsiriry is, genoeg proviand te krijgen voor zijn personeel, want zoodra de m'piassa volamena zouden bespeuren, dat er niet genoeg voor hen te eten was, zouden allen het werk in den steek laten en zouden in massa naar hun geboortedorpen terugkeeren, of ze zouden gaan arbeiden in een naburige ontginning, waar er genoeg rijst te krijgen was. Nu is er in Bongo-Lava, zooals wij hebben gezien, geen enkel middelpunt van bevolking of van bebouwing.

Elken Zondag komen dan ook de Sakalaven uit Ambalika naar de kampen met manden rijst, bananen en andere levensmiddelen en houden markt onder de inboorlingen. Maar die manier van proviandeering, die enkel afhangt van den goeden wil der Sakalaven, is al te wisselvallig. Een hoofd van een goudzoekerskamp moet een magazijn hebben, waar hij rijst in genoegzame hoeveelheid opstapelt, dat hij geen gebrek heeft te vreezen. Dat deed onze held. Hij sloot overeenkomsten met de verbouwers van rijst uit de dorpen van Ambalika en verkreeg op die wijze goede voorraden, die den arbeiders vertrouwen inboezemden. Ze konden van toen af rechtstreeks van hun leider hun dagelijksch voedsel koopen. Doordat hij niet bijtijds gezorgd had voor een aanvulling van zijn voorraad, was een prospector oorzaak van den volgenden tegenspoed, die hem eenige jaren geleden trof.

Twee- of driehonderd arbeiders, die in het goud werkten, dachten op een goeden morgen, dat er geen korreltje rijst meer voor hen in de toby was. In dien tijd wisten de dorpen van Ambalika nog niets van den arbeid en hadden niets in voorraad. In opgewonden staat begaven de arbeiders zich op weg naar Befato, dat vijf lange dagmarschen ver was. De inboorling kan niet lang tegen onthouding van voedsel, want rijst stilt den honger spoedig, maar voedt niet voor langen tijd, en als hij twaalf uren zonder voedsel moet blijven, kan hij in het geheel geen inspanning meer verdragen.

Men kan zich dus wel voorstellen, hoe het met die ongelukkigen afliep. Enkelen van hen vonden ondersteuning bij een naburigen goudzoeker; anderen waren zuinig met het beetje voedsel, dat ze hadden kunnen besparen, maar een zeer groot aantal stierven van honger en vielen als vliegen dood op den weg neer. Lang nog vond men overblijfselen van geraamten aan den voet der boomen en aan den oever der rivieren.....

Zoo is onze vriend, om zoo te zeggen, koopman in rijst geworden. Hij heeft daarvoor een patent moeten nemen. Feitelijk heeft hij besloten, geen enkel voordeel te trekken uit zijn leveranties van levensmiddelen aan zijn arbeiders; hij wil enkel voor hen een ongesalari?erd tusschenpersoon zijn. Maar om den naam van koopman met eere te dragen, heeft hij naast rijst ook geweven stoffen te koop, verder gereedschap en ongelukkig ook alcohol, en wat hij daarbij voor winst maakt, is bijna genoeg, om zijn algemeene kosten te dekken.

Het magazijn staat onder het oppertoezicht van een geletterden inboorling, die tegelijk des vazaha's secretaris, penningmeester en tolk is. Martina heet hij en hij is een oud-onderwijzer, die het ambtenaarschap heeft opgegeven, om in een particuliere betrekking meer voordeel en meer vrijheid te vinden. Daar hij een pronker is, trekt hij de aandacht van alle dames. Maar als hij des Zondags vooral zijn zwart en glanzig kapsel ijverig verzorgt, als hij blinkende laarzen aantrekt, moeten wij wel denken, dat het geschiedt om aan Rasoa te behagen....

Daar ze op deze manier beschikken kunnen over alles, wat ze noodig hebben, is het niet vreemd, dat de m'piassa volamena ook bij hun heer, hun "vader en moeder," zooals ze zeggen, aankloppen om medicijnen. Dokters zijn dan ook in Betsiriry schaarsch. In afwachting van den tijd, dat hij rijk genoeg zal wezen, om een geneesheer aan zijn vestiging te verbinden, deelt onze vriend, die al veel ervaring heeft van het leven en de gevaren der wildernis, drankjes en pleisters uit van allerlei aard en de gewone huismiddeltjes.

Men zou zoo denken, dat de arbeiders hun leider dankbaar moesten wezen; maar de werkelijkheid beantwoordt niet altijd aan die verwachting.

Want de Hova is onverschillig van karakter, en als de gelegenheid zich voordoet, ontaardt die onverschilligheid licht in de grofste ondankbaarheid.

Er bestaan echter uitzonderingen. Sommige opzichters steunen met kracht het prospectorswerk van hun heer, als deze goed en rechtvaardig is. Een van die getrouwe dienaren bracht op een morgen aan onzen vriend een stukje rotsgesteente, dat hij van een wand aan den oever had los gemaakt, waardoor de aanwezigheid van een groote hoeveelheid goudhoudend gneiss aan het licht werd gebracht, dat op een nog onontgonnen gebied lag. De paal werd neergezet, en het onderzoek begon. Er werd een goudhoudende laag van wel 500 tot 600 meter lengte blootgelegd.

Toen veranderde het geheele aanzien van het kamp. Daar die gneiss-lagen een opbrengst leverden van gemiddeld dertig of veertig gram per ton minerale stoffen, lieten de m'piassa-volamena bijna allen den arbeid in de alluviale gronden in den steek, die niet meer dan acht tot tien gram opbracht. Met behulp van hamers, houweelen en mijnstaven maakten ze stukken rots los, die ze stampten in gaten, gegraven in den grond. Zelfs des nachts hoorde men het geluid van de hamers in de hutten.

Er was een drukte van belang in den bijenkorf, en de algemeene ijver groeide met de opbrengst aan goud. Er waren, toen de Zondag aanbrak, wegingen, die aan enkele inboorlingen sommetjes van honderd francs aanbrachten en die samen voor de onderneming tot drie en vier kilo's bedroegen.

In den tijd toen wij het land verlieten, mocht onze vriend inderdaad hopen, een echte goudader te hebben ontdekt.

Wat gaat hij nu doen? Als hij eerzuchtig is, zal hij een beroep doen op de kapitalen. Een maatschappij zal worden opgericht, die rijk genoeg is, om het noodige materiaal te laten komen, ten einde tot een degelijke industri?ele exploitatie over te gaan. Dan wordt hij waarschijnlijk haar directeur. Zijn echter zijn plannen minder grootsch, dan verkoopt hij zijn gronden aan anderen, die in staat zijn ze te exploiteeren. Wat hemzelven betreft, nadat hij de garderobe van Rasoa zal hebben voorzien en nadat hij haar een bruidschat heeft geschonken, waarvan denkelijk de knappe Martina zal profiteeren, en nadat hij Rakoto heeft vaarwel gezegd, slaat hij den weg naar Tananarivo in. Van daar bereikt hij per spoor Tamatave, waar een gemakkelijke stoomboot hem naar Frankrijk meeneemt.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Back to top Use Dark Theme