|
Read Ebook: Seen and Unseen by Bates E Katherine Emily Katherine
Font size: Background color: Text color: Add to tbrJar First Page Next Page Prev PageEbook has 1761 lines and 89318 words, and 36 pages,,De ezelpot? het lijkt een spaarpot." ,,Ja, dat is het ook; heb ik je nog niet verteld, dat ik in 't volgend jaar misschien een ezelwagen krijg? Van Grootmoeder krijg ik den wagen en voor den ezel moet ik zelf opsparen. Vader en Moeder hebben er ? 10 voor gezonden en van Grootmoeder krijg ik ook wat als ik door mijn examen kom." Arthur is in gedachten verzonken. ,,Vind je het prettig in Holland?" vraagt Lili. ,,In Indi? is het veel prettiger en daar zijn Vader en Moeder." ,,Ja, bij je ouders is het natuurlijk het prettigst, maar bij Grootmoeder is het toch heerlijk." ,,O ja, als Vader en Moeder maar hier waren, dan zou het hier bijna zoo prettig zijn als in Indi?." ,,Verlang je naar de Hoogere Burgerschool?" ,,Och, niet erg, ik ken er niemand." ,,O, dat is niets, je maakt wel kennis op het examen. Marietje Geukestein komt ook in jou klasse, als ze er door komt." ,,Dat is een meisje, wat kan me dat schelen." ,,'t Is mijn grootste vriendin, ze is heel aardig." ,,Ja, dat kan wel, maar ik wou dat ik een paar jongens kende; maar je moet niet denken dat ik er over tob." ,,Waar zou je over tobben?" vraagt de heer Bantam, die binnen komt om Lili te halen. ,,Ik tob niet Oom, alleen vind ik het vervelend, dat ik niemand ken van de school. Maar er is hier een jongen op het dorp, die ook naar de H. B. S. zal gaan, de tuinman vertelde het van morgen, maar ik ken dien jongen niet." ,,Dan moet je eens gauw kennis met hem maken; wie is het?" ,,'t Is een zoon van den domin?." ,,O, van den nieuwen domin?; dus die moet de volgende week ook examen doen? dan maak je van zelf kennis en je kunt altijd met hem heen en weer loopen naar de stad, dat treft heel goed, en je weet het, je moogt altijd bij ons komen koffie drinken en als het een aardige jongen is, mag hij een enkele keer ook wel eens meekomen. Ga jullie nu mee naar den tuin?" ,,O graag!" zegt Lili en laat zich door haar Vader naar beneden dragen. ,,Kijk eens Lili, hier staat de oude bekende wagen al voor je klaar, je zult er nu tot afscheid nog eens in rijden. Waar wil je naar toe?" ,,Naar den tuinman, hij is zeker achter in den tuin." ,,Kom dan maar; Arthur ga je ook mee?" ,,We gaan allemaal mee," zegt Grootmoeder. Ze wandelen den geheelen tuin door, Lili voorop in den wagen en Arthur vraagt aan Grootmoeder of hij een roos mag plukken voor tante Dora en als hij merkt dat Lili de dubbele meizoentjes zoo mooi vindt, wil hij graag een plantje voor haar uitsteken en in een bloempotje meegeven, ze kan het dan thuis op haar kamer zetten voor het raam. ,,Maar lieve jongen," zegt Grootmoeder, ,,zoo'n plantje kan ze voor ?en stuiver op de markt koopen." ,,Ja maar Grootmoe, dan is het niet uit uw tuin." ,,Neen, dat is waar, dat zal zij misschien liever hebben." Lili lacht en zegt: ,,Ja, veel liever, ik denk mij hier den heelen tuin bij en Grootmoeder en Arthur, den baas en Pandoer." ,,Komt de jongejuffrouw niet haast weer logeeren?" vraagt de tuinbaas, die met hen mee geloopen heeft. ,,Ik heb een bankje voor je getimmerd in het bosch." ,,Ja? dat is prettig, maar baas, weet je al dat ik bijna loopen kan?" ,,Is het waar? och mijn lieve juffertje, dat kan ik haast niet gelooven." ,,Niet? wil je het zien? toe Papa, wil u me laten loopen?" ,,Kom maar kleintje, de baas moet het ook zien, zachtjes aan, ziezoo, sta je stevig? kijk baas, daar gaat ze!" ,,Wel Heere mijn tijd, heb ik van mijn leven, wat wonder! wat ben ik daar mee in mijn schik, wat zal moeder de vrouw daar van op hooren, mensch wat een geluk!" ,,Ja baas," zegt de heer Bantam, ,,we zijn ook heel gelukkig en dankbaar." Nu komt het rijtuig voor om hen weer naar de stad te brengen. Lili neemt het bloempotje op haar schoot en zegt: ,,Arthur, ga nu eens gauw kennis maken met den jongen van den domin?." De Pastorie van Domin? Kemper is in het dorp naast de kerk gelegen. Het huis is begroeid met roode en witte rozen; een mooie tuin vol bloemen en heesters ligt er v?or en achter het huis is een moestuin en een schuur. Groote dennen staan aan het hek bij de straat. In de huiskamer v?or aan den tuin, zit Mevrouw Kemper met eenig naaiwerk. Haar achtjarig dochtertje Jeanne staat bij de wieg van haar slapend broertje. ,,Moeder, is dat waar, is broertje nu al slecht?" ,,Kindje, hoe kom je er aan, hij weet nog niet wat goed en slecht is." ,,Zijn wij dan allemaal slecht, Constant, Geertruid en ik, en u en Vader ook." ,,Maar kind, waarom vraag je dat, wie zegt dat?" ,,Dat zegt Dries; hij zegt altijd zulke nare dingen, hij heeft Geertruid aan het huilen gemaakt." Mevrouw legt haar naaiwerk op tafel en vraagt: ,,Waar is Geertruid?" ,,Ze is naar boven gegaan om haar kastje op te ruimen, ze had het gisteren niet gedaan, en ze wou zoo graag niet slecht zijn." Mevrouw staat op, zeggende: ,,Pas even op broertje, ik kom dadelijk weer bij je." Jeanne gaat weer bij het wiegje staan, ziet naar het lieve kindje, naar zijn kleine vuistjes, die uit de strookjes van zijn nachtponnetje te voorschijn komen. Wat zijn het kleine vingertjes, ze kunnen nog niets vasthouden, nog niet eens Jeanne's vinger, want broertje is nog maar vier weken oud. Jeanne bekijkt haar eigen handen en dan weer die van broertje. ,,Hij kan nog niets," denkt zij, ,,en ik kan al lezen en schrijven en den kruissteek, en ik kan een strik maken, en broertje kan alleen slapen, zuigen en huilen. Hij is nog een beetje dom, maar niet slecht, neen het is mijn lief broertje en Dries is een aap." Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page |
Terms of Use Stock Market News! © gutenberg.org.in2025 All Rights reserved.