Use Dark Theme
bell notificationshomepageloginedit profile

Munafa ebook

Munafa ebook

Read Ebook: To the sons of tomorrow by Cox Irving E Beecham Tom Illustrator

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 225 lines and 13148 words, and 5 pages

DICK SAND.

Inmiddels was de zee kalm en ging alles, zonder de vertraging te rekenen, naar wensch.

Deze brave menschen waren zeer voorkomend voor Mevr. Weldon, de vrouw van hunnen reeder, wien zij een onbepaalde toegenegenheid toedroegen. Het is waar dat zij zeer veel belang hadden in de winsten van het schip en tot nog toe met groot voordeel hadden gevaren. Dan ook moesten zij tengevolge van hun klein getal hard werken, maar hun arbeid deed bij het opmaken der rekening na elke kampanje, hun winsten toenemen. Ditmaal evenwel zou het voordeel bijna nul zijn en daarom waren zij niet ten onrechte verbitterd tegen die schoeljes van Nieuw-Zeeland.

Een enkel man aan boord was niet van Amerikaansche afkomst. Portugees van geboorte, maar het Engelsch vloeiend sprekend, noemde hij zich Negoro en nam aan boord van de schoenerbrik het nederig ambt van kok waar.

Toch had kapitein Hull spijt dat hem de tijd ontbroken had zich behoorlijk inlichtingen over zijn verleden te verschaffen. Zijn gelaat of liever zijn blik beviel hem maar half en wanneer het gold een onbekende in het beperkte, intieme leven aan boord in te leiden, mocht men niets verzuimen om zich met zijn verleden bekend te maken.

Negoro kon op het oog veertig jaar oud zijn. Mager, gespierd, van gemiddelde lengte, donker bruin van haar, met door de zon verbrande huid, moest hij sterk zijn. Had hij eenig onderwijs genoten? Ongetwijfeld. Dat bleek uit zekere opmerkingen, die hem nu en dan ontsnapten. Overigens sprak hij nooit over zijn verleden of liet hij zich uit over zijn familie. Waar hij van daan kwam, waar hij gewoond had, men kon het niet raden. Wat wachtte hem in de toekomst? men wist het evenmin. Hij gaf alleen zijn voornemen te kennen om te Valparaiso te ontschepen. Het was voorzeker een zonderling mensch. In ieder geval scheen hij geen zeeman te zijn. Hij scheen zelfs minder van zaken, de zeevaart betreffende, te weten dan een kok, wiens leven grootendeels op zee is doorgebracht.

Evenwel wist hij niets van het slingeren of het stampen van het schip, zooals menschen die nooit gevaren hebben en dit is voor een scheepskok een zaak van het hoogste belang.

In het algemeen zag men hem weinig. Op den dag bleef hij gewoonlijk in zijn bekrompen kombuis, voor het kookfornuis dat er de meeste plaats van innam. Als tegen den nacht het fornuis was uitgedoofd, begaf Negoro zich naar zijn kooi achter in het verblijf der bemanning en sliep dadelijk in.

Deze vijftienjarige leerling was het kind van onbekende ouders. Dit arme, van zijn geboorte af aan verlaten wezen was door de openbare liefdadigheid opgenomen en door haar groot gebracht.

Dick Sand--zooals hij heette--was waarschijnlijk afkomstig uit den staat New-York en ongetwijfeld uit de hoofdstad van dien Staat.

De naam van Dick,--verkorting van Richard,--was ontleend aan dien van den liefdadigen voorbijganger die hem had opgenomen, twee of drie uur na zijn geboorte. Wat den naam van Sand aangaat, men had hem dien gegeven ter herinnering aan de plaats waar hij gevonden was, namelijk op de landengte van Sandy-Hook , die den ingang vormt van de haven van New-York, aan de monding der Hudson.

Dick Sand zou, geheel volwassen, de gemiddelde lengte niet overschrijden, maar hij was krachtig gebouwd. Ongetwijfeld was hij van Anglo-Saxische afkomst. Hij was bruin, maar had blauwe oogen die als vuur schitterden. Als zeeman had hij reeds vroeg den strijd des levens leeren kennen. Zijn schrander gelaat ademde geestkracht. Het was niet dat van een stoutmoedige, maar van iemand die "durft". Dikwijls haalt men deze drie woorden van een vers van Virgilius aan:

Audaces fortuna juvat,

maar men haalt ze onjuist aan. De dichter zegt:

Audentes fortuna juvat.

Hun, die durven, niet den stoutmoedigen, lacht bijna altijd het geluk toe. De stoutmoedige kan onbedacht handelen. Hij die durft denkt eerst en handelt daarna. Daarin is het verschil gelegen.

En hij had zich gevormd, daar hij reeds bijna een man was op den leeftijd dat anderen nog kinderen zijn.

Daarbij zeer vlug, zeer bekwaam in alle lichaamsoefeningen, was Dick Sand een van die bevoorrechte wezens, van wie in de wandeling gezegd wordt dat zij met vier handen geboren zijn.

Men weet dat de openbare liefdadigheid den kleinen wees had opgevoed. Hij was eerst in een van die kinderhuizen geweest, waar in Amerika altijd een plaats voor de kleine verlatenen wordt opengehouden. Daarna, toen hij vier jaar oud was, leerde Dick lezen, schrijven en rekenen op een van die scholen in den staat New-York, die door liefdadige inschrijvingen onderhouden worden.

Toen hij acht jaar oud was, deed zijn begeerte om op zee te gaan hem dienst nemen als kajuitsjongen op een mailboot der zee?n van het Zuiden. Daar leerde hij het vak van zeeman, en zooals men het moet leeren, van den vroegsten leeftijd af aan. Langzamerhand onderwees hij zich onder de leiding van officieren, die belang in het kleine ventje stelden. Ook moest de kajuitsjongen weldra leerling worden, in het vooruitzicht van beter ongetwijfeld. Het kind dat al vroeg begrijpt dat de arbeid de wet des levens is, hij die al bij tijds leert dat het brood slechts verdiend wordt in het zweet zijns aanschijns, zoo iemand is waarschijnlijk voorbeschikt tot groote dingen, want hij zal eenmaal met den wil, de kracht hebben ze te volbrengen.

Toen Dick Sand kajuitsjongen aan boord van een koopvaardijschip was, werd hij opgemerkt door kapitein Hull. Deze brave zeeman gevoelde zich dadelijk tot den knaap aangetrokken en bracht hem in kennis met zijn reeder James W. Weldon. Deze stelde het levendigste belang in den wees, wiens opvoeding hij te San-Francisco voltooide en dien hij in den Katholieken godsdienst, waartoe zijn familie behoorde, liet groot brengen.

"I ask nothing but their right to survive and evolve, as we did."

"But they can't. Haven't you learned that yet?"

Still smiling, he slid off the pile of rock and went into the cave. I followed him. One by one, the members of the expedition gathered around us. Slowly fifteen women and six men grouped themselves behind Baiel. The rest of the Earthmen were with me. Baiel was outnumbered and most of his people were unarmed, but they faced us with a peculiarly firm kind of confidence.

"I think it's time we had an understanding," I said. "I'm still in command here, Baiel, and--"

"That's hardly the point."

"It writes finale to the past. It means this planet is ours--it must be--whether we want it or not."

"Ours, and theirs, Baiel."

He threw back his head and laughed. "In the Academy, Theusaman, we're taught to face reality, not to romanticize it. This tribe is semi-human, if you like; I'm charitable enough to grant that. But they aren't men, any more than the primitive species on the Earth were men. Observe the skull of your--your bride, if you will; observe the idiocy in her vacant eyes; observe--"

"This is man as he was, Baiel! You pointed that out to me yourself."

"On the contrary, I was simply discussing the Bonn Hypothesis. I never said I believed it. On the Earth, Theusaman, before true man appeared, nature created a number of semi-men--homo-failures, you might say. They weren't men; they grew to the limits of their physical potential, but they never achieved human rationality. At the end of the Earth's ice age, the continents were widely populated by the last of nature's failures. Then, abruptly--we've never known where he originated, or how--man himself came on the scene. Overnight he wiped out the half-men and took over the planet. Man has come here, now, Theusaman; these failures will survive only so long as we need them. At the moment, they constitute a convenient labor force. A handful of us can control them by controlling their gods."

I drew my Hayden. "As I said, Baiel, I'm still in command of this expedition."

He shrugged. "You've out-Haydened me, naturally; any Ranker could. If I reach for mine, you'll burn me where I stand."

"I'm glad you understand that. Give me your weapons--you, Baiel, and all your followers. Make any excuse you like to the tribe. You'll never have an activated Hayden again, for hunting or any other purpose."

Without resistance, they allowed themselves to be disarmed. I pulled the charges on all their weapons and negativized them.

"You settle everything so smoothly," Baiel laughed. "Next, of course, you'll propose a--"

I cut him short. "All the expedition is here in the cave with us. They all understand the differences between Baiel's objectives and mine. The issue is clear enough for a vote." Slowly the hands went up. I counted twenty-two in Baiel's faction, more than thirty in my own.

"So typical!" Baiel snorted. "So much like an Earthman! The will of the majority--our universal cure-all for all things."

"You agree to abide by it, Baiel?"

His eyebrows arched in a mocking imitation of surprise. "Can an Earthman do anything else, Captain?"

There was a mutter of agreement, primarily from my faction, and the angry meeting broke up. Nothing had been settled, except the division of the expedition into two camps. We never worked together again in harmony. Since Baiel's group was unarmed, their greatest potential danger seemed to be gone; yet the village tension persisted.

Baiel could no longer use his Hayden to make a spectacular display of the power of the sun god; slowly the old priest began to reassert the cult of brother glacier. It seemed to me that Baiel encouraged the change; certainly he and the old priest became more intimate than before. I wanted to order an end to their close association, but my own faction was against it.

"Baiel's harmless," they told me again and again. "Don't ride him, Captain. Let this thing simmer down and we'll have them all on our side again."

Built to withstand the extreme radiations of spatial sunlight unfiltered by any atmosphere, the metal of the hull was immune to the relatively low degree of heat generated by the Hayden. Only the converted energy used to fuel the tubes could be used for emergency welding if repairs had to be made away from our Earth bases. While there was still a residue sealed in the tanks, I knew it was not enough to liquidate even a part of the ship.

But, when I proposed migration, I came face to face with the strongest of their taboos. The volcanic mountains to the south were more terrifying than brother glacier, which moved inexorably closer with the passing years. No argument, no logic, no patient persuasion could weaken the force of the taboo. Even Dayhan, who had learned so much, refused to listen to me. Beyond the fire mountains lay the hunting ground of the dead; it was forever forbidden to the living.

Suddenly, one night, the sky to the south blazed orange-red as the slumbering volcano erupted. The ground trembled and we heard long crevices cracking through the glacial ice; a gray ash settled down from the sky, smearing the snow heaped around our stone huts.

The tribe flocked in terror to the old priest. Brother glacier, he told them, was angry because he had been neglected; brother glacier demanded sacrifices.

Baiel stood on the stone pedestal beside the priest, smirking helplessly. When he caught my eye, he pointed to his sleeve to show me that it was empty. Since I had negativized his Hayden, he could do nothing to prevent the orgy of human slaughter.

I climbed the pedestal and tried reason. For a moment it seemed that the tribe might listen. But the earth shook again and, panic stricken, they started their lottery. Even then I would not have resorted to Baiel's trick, if they had not chosen one of the Earthmen for the sacrifice.

I made a display of the sun god's power; it worked, of course. The old priest responded as if he had been waiting for my cue, and swayed the mob with him. Then Baiel began to exhort them, crying that the quaking ground was a sign sent by his god, not brother glacier. I slid blindly back to my stone hut, sick with self-revulsion; I felt soiled with the same deception of which Baiel stood accused.

I had to follow him. I had to know what he was up to. But the undercurrent of feeling ran so high, it seemed necessary to conceal my intention. I said I was going root-digging in the forest. According to custom, Dayhan went with me.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Back to top Use Dark Theme