Use Dark Theme
bell notificationshomepageloginedit profile

Munafa ebook

Munafa ebook

Read Ebook: Lord Lister No. 0016: Bij de Parijsche Apachen by Blankensee Theo Von Hageman Felix Leonard Felix Matull Kurt

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 244 lines and 21129 words, and 5 pages

De beide agenten namen Raffles in hun midden en gingen met hem in het andere vertrek, waar de gevangene op de bank plaats nam.

ACHTSTE HOOFDSTUK.

DE VLUCHT VAN RAFFLES.

In de gangen van het gerechtsgebouw klonken de verwardste geluiden door elkaar. Zooals het steeds gaat in dergelijke gevallen, waren ook nu de gekste berichten verspreid op onverklaarbare wijze.

De plotselinge komst van een commissaris van politie had aanleiding gegeven tot de malste verhalen en nadat de commissaris het kabinet van den rechter van instructie weer had verlaten, om met alle beschikbare agenten, zes in aantal, het gebouw te verlaten, deden de meest fantastische verhalen omtrent de Raffles-zaak de ronde.

Nu vertelde men, dat de Engelsche Lord Lister niet alleen had gewerkt, maar dat hij een geheel leger van helpers had gehad en plotseling herinnerde iemand uit het publiek zich, dat hij van een misdaad had gehoord, die nimmer was opgehelderd en waarvan de schuld ook op rekening kwam van Raffles en zijn bende.

De journalisten, die doorloopend in de gangen van het gebouw aanwezig waren, begonnen dit verhaal op hun manier uit te werken en penden voor hun couranten ellenlange verhalen, voor welker deugdelijkheid zij instonden. Steeds kwamen nieuwe verrassingen en de vulpennen vlogen in koortsachtige haast over de bladen van de verslaggeversboekjes, die bij gedeelten door kruiers en loopjongens naar de redacties werden gebracht om nog in de middagbladen te worden opgenomen.

Charly, die de corridors, nog niet had verlaten, werd ongerust door dat gewirwar van allerlei onzinnige berichten.

Zijn angst over het lot van zijn vriend werd grooter, vooral omdat hij niet kon nagaan, in hoeverre de berichten waarheid behelsden, en daar de handelingen van zijn vriend ook voor hem in de laatste dagen een geheim waren gebleven, pijnigde hij tevergeefs zijn hersens met te bedenken, op welke wijze hij in dezen zou kunnen helpen.

Op het commissariaat van de politie op de Place de la Bastille was men reeds verwittigd van den gewelddadigen dood van Margot, toen de commissaris uit de Avenue Niel binnentrad.

Zijn collega was blijkbaar verrast, toen de ander hem met wiskundige zekerheid de namen van de moordenaars kon mededeelen en met behulp van de wijkbeambten werd vastgesteld, dat Letourneur en Crachat, beide oude bekenden van de politie, op een kleine gemeubileerde kamer in de Rue de la Tour St. Jacques woonden.

Het was niet bezwaarlijk, hef tweetal daar te overvallen, daarentegen vonden de beambten het een allesbehalve aangenaam corv?e om zich meester te maken van Pistolet.

De lichaamskrachten van dezen man waren in dat stadsgedeelte alom bekend en als het hem inviel om zich tot het uiterste te verzetten, zou het zeer de vraag zijn of het gelukte den reus levend in handen te krijgen.

Voorzien van wapens en boeien begaf de commissaris van de Avenue Niel zich met zes van de sterkste beambten op weg naar de Rue Popincourt, naar de herberg ,,De wakende Engel", terwijl de commissaris van de Bastille met vier man optrok naar de Rue de la Tour St. Jacques, om zich meester te maken van Letourneur en Crachat.

Toen de politieagenten den ingang van den kelder hadden bereikt, vonden zij de deur gesloten.

De concierge van het gebouw wees hun den ingang aan den achterkant en op hun lang, aanhoudend kloppen vernamen de beambten eindelijk een geluid, alsof iemand de deur naderde.

De deur werd door een oud, gerimpeld vrouwtje geopend, dat met slaperige oogen den commissaris vroeg, wat hij wenschte.

,,Is Pistolet thuis?" vroeg de beambte.

,,Ja, maar hij slaapt nu, wij maken eerst om vier uur open en Pistolet slaapt altijd tot drie."

,,Dan zal hij vandaag een beetje vroeger moeten opstaan," sprak de commissaris, terwijl hij de oude wegduwde.

Hij wilde het liefst den reus in zijn slaap verrassen, want als het hem gelukte, Pistolet in bed te boeien, vermeed men een gevecht op leven en dood.

Gevolgd door zijn mannen, daalde hij zoo zacht mogelijk de keldertrap af en toen zij de keuken hadden bereikt, die in schemerdonker was gehuld, vernamen zij in een alcoof het regelmatige, luide snurken van een slapende.

Voorzichtig opende de commissaris de houten deur naar de alcoof.

Daar lag op een veldbed, met alle kleeren aan, Pistolet in een diepen slaap.

Het bed stond op eenigen afstand van den muur, zoodat zich aan weerskanten drie agenten konden opstellen, gereed om zich, bij de geringste beweging van den slapende, op hem te werpen.

De commissaris haalde zijn dienstrevolver te voorschijn. Voorzichtig ging hij met het wapen in de rechterhand aan het hoofdeinde van hef bed staan, terwijl hij met de linker den slapende heen en weer schudde.

Pistolet opende de oogen.

Zijn verbaasde blik vloog langs de gestalten van de politiemannen, die bij zijn bed stonden en met een vloek wilde hij in de hoogte springen, toen op hetzelfde oogenblik de commissaris hem zijn revolver onder den neus duwde.

,,Blijf liggen!" schreeuwde de beambte.

,,Wat wilt gij van mij?" klonk het op woedenden toon terug.

,,Pistolet," antwoordde de commissaris, ,,men verdenkt er u van, vannacht den particulier Menuisier en zijn huishoudster in de Rue Bayen vermoord en bestolen te hebben."

De beschuldigde verbleekte en sprak stamelend:

,,Ik ben vannacht niet uitgeweest, dat kan ik bewijzen."

De commissaris had gezien, hoe Pistolet verbleekte en dit onmiskenbare zelfverraad deed hem zijn toevlucht nemen tot een oud middel.

,,Het helpt niet, of je ontkent!" sprak hij. ,,Crachat en Letourneur hebben alles verraden!"

Een schreeuw van woede, als van een aangeschoten tijger klonk van Pistolets lippen.

Hij wilde opspringen, maar de zes agenten hadden zich reeds op hem geworpen en terwijl de commissaris hem bij de keel pakte en zijn hoofd weer in de kussens terugdrukte, gelukte het de anderen, den woesteling aan handen en voeten te binden.

Maar zelfs nu nog scheen het onmogelijk, den reusachtigen kerel, die zich in machtelooze woede van het bed op den grond had laten vallen, naar buiten te dragen.

Hij sloeg met zijn vastgebonden handen en voeten om zich heen en de beambten durfden hem nauwelijks naderen.

Eindelijk werd hij gerold in de vuile deken, die op zijn bed lag en zoo gelukte het eindelijk, om hem, die nog steeds schreeuwde en tierde, langs de steile keldertrap naar boven te sleepen en in den gereedstaanden boevenwagen naar het paleis van justitie te vervoeren.

Intusschen had de commissaris van politie van de Bastille zijn plicht gedaan in de Rue de la Tour St. Jacques en zijn werk was gemakkelijker geweest dan dat van zijn collega, die Pistolet moest overweldigen.

Crachat, die slapeloos heen en weer woelde op zijn legerstede, had bevend en sidderend ook niet de geringste poging gewaagd, om zich te verzetten.

De handboeien werden hem aangedaan en men liet hem achter onder bewaking van een politieagent, terwijl de anderen Letourneur gingen opzoeken.

Tegenover dezen jongen man, wiens woestheid bij de politie bekend was, was uiterste voorzichtigheid geraden, want men mocht niet hopen met hem even gemakkelijk klaar te komen als met Crachat.

Maar een verrassing wachtte den beambten.

Letourneur, wiens kleine, gedrongen gestalte krachtig genoeg was om zichzelf op voldoende manier tegen een aanval te verdedigen, Letourneur maakte den indruk van groote gevoelloosheid.

Hij was niet verrast, doch scheen het bezoek van de politie te verwachten.

De dood van zijn beminde had alle energie, die hij anders in groote mate bezat, in hem gedood en zonder weerstand te bieden reikte hij den commissaris van politie zijn handen, om zich te laten boeien.

Bij de voordeur wachtte een tweede gevangenwagen, die de beide jonge mannen naar het paleis van justitie bracht en toen zij daar onder het gejoel van de menigte uitstapten, kwam daar juist ook het transport van Pistolet aan.

De waard uit ,,De Wakende Engel" kreeg een nieuwen aanval van woede, toen hij zijn beide makkers zag. Men had hem de boeien van de voeten verwijderd. Hij maakte nu een beweging, alsof hij zich op Crachat en Letourneur wilde werpen, maar de agenten, waarbij zich nog verschillende uit het gebouw zelf voegden, hielden hem vast en brachten hem langs de trap naar het kabinet van Bastien.

Achter hem volgde de troep in wiens midden zich Crachat en Letourneur bevonden.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Back to top Use Dark Theme