Use Dark Theme
bell notificationshomepageloginedit profile

Munafa ebook

Munafa ebook

Read Ebook: In de koffie: Oorspronkelijke Indische Roman by Dermout Jacob

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 1797 lines and 68018 words, and 36 pages

Hij had zich misschien juister uitgedrukt door te zeggen: hier moeten we op, want het tweetal besteeg nu langs eenige ruw ingehakte treden een der grootste gevallen boomen. Daarop volgde een gang dwars door de woestenij, waarbij men niet wist wat meer te bewonderen: de geoefendheid waarmee de beide Europeanen over de boomen, ja soms over vrij smalle takken liepen zonder hun evenwicht te verliezen, of het... instinct waarmee de inlanders zoo juist hadden uitgevonden w??r in dien chaos de boomen lagen die het pad vormden, zonder ooit op een plek te stuiten waar de doortocht versperd was.

Bij het uitgaan van het gekapte bosch kwamen zij op schoon terrein, nog zwart van het branden, gestoffeerd met plekken witte asch overal waar een groote boom tot het einde toe was opgesmeuld. En daar lagen ook op een vlak stuk de beddingen, met hun breede alang-alang bedekking; een heldergeel vierkant, scherp afstekend tegen den donkeren achtergrond. Een twintigtal javaansche vrouwen en meisjes waren er aan 't werk, elk met een bamboe-lat van de breedte van een bed, met ingekorven afstanden voor de plantjes, die vier duim van elkaar moesten worden gezet. Zij hadden de baadjes uitgetrokken, werkende met bloote schouders, en voorts gekleed in een kain en over de borst een kemben.

Reeds een groot deel der beddingen was afgeplant en prijkte met de frissche groene rijen plantjes, niet ouder nog dan tot de ontwikkeling der zaadblaadjes.

,,Hierin ben je mij v??r," merkte Korman op, die tot nu toe geen mond had opengedaan over het werk te Watoeombo, enkel omdat zijn vriend van alles meer had afgedaan dan hij zelf, hetgeen hij uit valsche schaamte niet wilde bekennen.

,,Nu," zeide Messner, ,,dat zal je gauw hebben ingehaald. Morgen denk ik, kan je de eerste bezending plantjes verwachten; ik heb gister dadelijk kabar gezonden aan de lui, dat de weg klaar was. Maar ga nu eens mee naar den anderen kant."

Zij liepen al bukkende voort, onder het dak dat voor de hooge gestalten der beide mannen te laag was, Korman nu en dan omziende naar een stel fraaie schouders dat hij onder de plantsters had opgemerkt, en verlieten de beddingen. Hier hadden zij het gezicht op verscheidene ploegen werkvolk die boven aan de helling begonnen zijnde, het schoongebrande terrein met den patjol hadden veranderd in nette, horizontaal loopende terrassen. En waar die nog niet gemaakt waren, wezen dunne bamboe-stokjes, die op de plaatsen gesteld waren waar naderhand de koffieboomen zouden komen te staan, en door de Javanen andjirs geheeten werden, den koelies aan, hoe zij werken moesten.

,,Drommels mooi!" liet Korman zich zijns ondanks ontvallen. ,,Als met een schaartje geknipt." En toen als had hij spijt van zijn goedkeuring: ,,Je hebt een besten meet-mandoer."

,,Ik wou wel dat het waar was," zeide Messner; ,,maar het meten heb ik zelf moeten doen."

,,Ja," antwoordde Korman, ,,dat kan je op een klein land doen, maar ik zou er geen tijd voor hebben. Enfin, 't is mooi; ik ben zeer tevreden."

Messner zag snel op, doch het gezicht van den ander stond strak als had hij iets doodgewoons gezegd. Wat verbeeldt zich Korman wel, dacht de oudere; 't is alsof hij als chef tegen een mindere spreekt. Wacht, we zullen hem eens op den tand voelen!

,,Als je 't wezenlijk zoo goed vindt," zeide hij toen overluid, ,,dan zou je dat misschien den ouden heer Benoit wel eens kunnen melden... het werk regardeert je wel niet, maar Benoit schijnt veel vertrouwen in je te stellen en dus...."

Of Korman den steek voelde? 't Was moeilijk te zeggen, want hij keek juist onder de beddingen, waar zij langs liepen op hun terugweg, of hij de eigenares der mooie schouders ook kon ontdekken.

Op eens begon Messner hartelijk te lachen.

,,Wat heb je?" vroeg Korman, hem verbaasd aanziende.

,,Hoorde je dat niet?" was de wedervraag. ,,Hij was goed!"

,,O, je bedoelt wat die meid daar riep? Hm, ik begreep het niet heelemaal. Wat zei ze?"

,,Ja," zeide Messner, ,,al vertel ik het je, dan snap je het n?g niet. Een ui in het javaansch is zoo moeilijk in onze taal weer te geven."

,,Ik versta toch wel javaansch!" riep Korman eenigszins misnoegd uit.

,,Gewoon huis- of tuin-javaansch, ja," antwoordde Messner; ,,maar z??.... hoe zal ik het zeggen... de volkstaal, zooals zij die onder elkaar spreken, met woord- en klankspelingen, met na?eve dubbelzinnigheden, neen Korman, die versta je niet, en die leer je ook niet, al bleef je nog eens zoolang in Indi? als je er al bent, tenzij je onder het volk ging leven, heelemaal en famille meeleven, zooals ik destijds."

Bij de laatste woorden ging een droeve trek over Messners gelaat, als ware de herinnering aan die tijden van groote armoede en ontbering hem onaangenaam, en zwijgend liep hij voort, den weg dien zij gekomen waren terug, over de boomstammen en door het bosch, niet eer sprekende dan toen zij weer thuis waren en hij Korman eenige papieren overhandigde.

,,Hier is de kasstaat," zeide hij toen. ,,Ik heb hem in duplo opgemaakt, dan kan je er ??n opzenden aan Benoit."

,,Ik was eigenlijk van plan aan Benoit enkel een recapitulatie te zenden," zeide Korman.

,,Inderdaad heeft hij ook niet meer noodig," beaamde Messner; ,,doch hij schijnt van opinie te zijn dat ik mijn administratie niet al te best doe, en dus ben ik er op gesteld dat hij van het tegendeel overtuigd wordt door alleen door mij geschreven verantwoordingen te ontvangen, die, zooals deze, steeds perfect in orde zullen zijn. Begrepen?"

,,Mij wel," antwoordde Korman, ,,maar dan snap ik niet wat of ik eigenlijk met den rommel te maken heb."

,,Och, nazien of de optellingen goed zijn," spotte Messner.

Korman had nog wat willen zeggen, doch hij hield het terug. Het overwicht van zijn ouderen vriend kon hij niet van zich schudden. Ja, als er iets niet in orde geweest was! Maar nu... neen! Messner zag te scherp om niet aanstonds te bemerken wat hij voorhad; en straks de zaak met Li... hij moest geen ruzie maken, en zich maar stil houden, dat was het beste.

Na de rijsttafel zette Korman zich op zijn paard, en verliet Donowarie met iets minder zelfvertrouwen dan waarmee hij er gekomen was.

De weg over zijn eigen land, waarin hij v??r dezen een soort ruwe po?zie gezien had, iets als de eerste toetsen op het doek eens kunstenaars, leek hem nu toe, wat het dan ook inderdaad was: een erbarmelijk slecht stuk werk. Maar meer nog had hij het land toen hij de plaats naderde waar zijn volk aan 't werk was. In tegenstelling van de gelijke, waterpas loopende terrassen bij Messner, zag men hier achteloos uitgehakte trappen, de een nog scheever dan de ander, ongelijk van breedte en hoogte.

,,Setrodimedjo!"

Springend en glijdend zakte een inlander de hoogte af tegenover den weg, kroop door het ravijntje en klauterde weer naar boven, om hijgend van inspanning op een pas of tien achter Korman neer te hurken. Alle teleurstelling die deze ondervonden had, uitte zich in een stortvloed van aanmerkingen, doorspekt met talrijke G?v?d?'s, aan het adres van den armen meetmandoer, die niet slechter gewerkt had dan hem geleerd was en voor alles wat recht en waterpas is, juist zooveel oog had als de rest zijner rasgenooten.

Korman wond zich hoe langer hoe meer op.

Setrodimedjo begreep dat er iets niet in den haak was, hetzij met zijn werk dan wel met den toewan besaar , doch van al wat deze vertelde, snapte hij gewoon niets. Heel in 't begin had hij iets gehoord over timbang banjoe juist als de galangans der sawah's, en vruchteloos pijnigde hij zijn kleine verstand om er achter te komen wat meneer bedoelde. Hij zag geen kans om daar boven op den loengoer water te krijgen, en zonder water kon toch niemand galangans waterpas maken! Hij althans niet.

Zijn stille overdenkingen werden gestoord door het ophouden van het standje en het tweemaal herhaald bevel om dichterbij te komen. Het booze gezicht van Korman ziende, naderde hij dien tot op twee pas en hurkte toen weder neer, nog even buiten het bereik van de dreigend opgeheven karwats.

,,Asoeh!" bulderde Korman, en toen hem de karwats in het gezicht werpende, beval hij: ,,Breng hier, G?v?d?!"

Daar was niets aan te doen! Sidderend overhandigde Setrodimedjo den toewan besaar het wapen, dat onmiddellijk daarna met zware slagen over zijn rug en schouders striemde.

Zoo vlug als hij daareven gekomen was, zoo langzaam ging de mandoer weer terug naar zijn volk.

,,Wat was er, kang?" vroeg een der meetkoelies. ,,Is hij dronken?"

,,Ja, erg," was het antwoord. ,,Hij wou dat ik hier water boven op bracht om te timbangen."

De koelie zeide een aardigheid, over een manier waarop zij met hun vijven wel wat water daar konden krijgen, en allen lachten, doch zachtjes, want Korman was nog niet ver, en in 't gebergte wordt het geluid soms wonderlijk weggekaatst. Toen gingen zij voort met andjirs plaatsen, precies als te voren.

De strafoefening had Korman gekalmeerd. Messner kon naar de maan loopen; hij zou minstens even goede koffie krijgen, al stond ze wat minder mooi geplant; straks zou hij order geven voor meer werkvolk en dan in quantiteit vergoeden wat hij in qualiteit bij zijn vriend ten achter stond. En zoo moest het ook! Men kon duizend bouws niet ontginnen alsof het er driehonderd waren!

V??r hem lag het stukje bosch dat was blijven staan en waaronder de woningen stonden. Dit deed zijn gedachten afdwalen naar zijn huis en naar Li, een vrij wat aangenamer onderwerp dan het werk op Donowarie! Was Li niet een allerbest vrouwtje voor hem, in alle opzichten? Zij mocht nog wat jong zijn, doch daartegenover stond haar dartelheid en vroolijkheid, die gaandeweg weer was teruggekomen; en dat had iemand wel noodig hier in de eenzaamheid, in een omgeving die toch al tot somberheid stemde. Haar opvoeding onder Europeanen had haar een zekere losheid van manieren gegeven, meer uitdrukking in het gelaat en minder placiditeit dan andere inlandsche of chineesche meisjes en vrouwen. Zie, kwam zij daar niet aan? Ja werkelijk! Nu vraag ik, zeide Korman halfluid, welke inlandsche njai zou zoo aan komen huppelen, haar toewan te gemoet? Hij moest zelf lachen om het idee.

,,Dag Papa, dag Papa!" riep Li, en hij steeg af en zoende haar hartelijk, blij weer bij haar te zijn, zich niet storend zelfs aan den naam dien zij hem bleef geven, ondanks zijn bevel, omdat hij dien in deze omstandigheden niet langer passend vond.

Korman liet het paard los, dat in een drafje naar stal liep; en zijn arm om Li's schouders leggende, wandelde hij met haar verder, vertellende van Zus en haar mooie huis, er verhalen bij fantaseerende over de honden en de kippen en wat Li verder kon interesseeren.

Toen hij zich had uitgekleed en in slaapbroek en kabaja op den luierstoel lag, kwam Li op de leuning zitten en vroeg weer van voren afaan. Had Zus dan werkelijk zoo'n mooi huis? Maar dat ginds op de uitkapping, boven de kampong , gebouwd werd zou toch zeker nog mooier worden dan dat van Zus?

,,Zie je wel," zei Korman; ,,ik heb al tegen Zus gezegd dat ik je niet liet overkomen eer het huis hier klaar is, want dat je anders eens niet weer terug mocht willen komen."

,,Heeft Papa dan niet gezegd, dat ik nu de nonja besaar ben geworden?" vroeg Li, met een koddige uitdrukking van deftigheid.

,,Neen, nog niet," antwoordde hij. ,,Ik wist niet wat ze er van zeggen zouden; en, weetje, ze mochten je eens weghalen."

,,Is Papa dan niet brani om mij vast te houden?"

,,Zeker!" lachte Korman. ,,Als jij zelf wilt...."

,,O!" viel zij hem in de rede. ,,Dan is het goed. Weet u Papa, ik was bang voor Zus, maar nu niet meer; als Papa brani is, ben ik het ook. Gister...." Hier zweeg zij plotseling als vreesde zij zich te verpraten.

,,Wat was er gister?" vroeg Korman.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Back to top Use Dark Theme