Read Ebook: Mathias Sandorf: De Middellandsche Zee by Verne Jules
Font size: Background color: Text color: Add to tbrJar First Page Next PageEbook has 1463 lines and 46216 words, and 30 pagestijd hadden gehad mij te ontwaren. ,,Toen ik het stikken nabij was, kwam ik weer boven in de vrije lucht om adem te scheppen, en vervolgde ik mijn zwemtocht in westelijke richting, nadat ik mij overtuigd had, dat het scheepje in het nachtelijk duister verdwenen was. ,,De bries verzwakte bij het intreden van den nacht, en de deininggolven vielen met den wind. Ik voelde mij nog slechts opgeheven door die lange grondzee?n, die mij al verder en verder van het land meesleepten. ,,Onder die omstandigheden, dat wil zeggen, terwijl ik beurtelings zwom en rustte, verwijderde ik mij nog gedurende een uur van de kust. Ik zag niets anders dan het te bereiken doel en had geene gedachte voor den af te leggen weg. Het gold vijftig mijlen om de Adriatische zee over te steken! Ja, die wilde ik overzwemmen! Ja, ik zou ze oversteken! Mijn besluit stond onwrikbaar vast! ,,O, Piet men moet zulke beproevingen doorstaan hebben, om tot de ervaring te geraken, wat een mensch kan, waartoe hij bekwaam is, welke uitkomsten van de zedelijke krachten verkregen kunnen worden, wanneer zij met de lichamelijke krachten hand aan hand gaan en tot ??n doel samenwerken! O, dan is het menschelijke werktuig onovertroffen! ,,Zoo ondersteunde ik mij ook gedurende het tweede uur. ,,Dat gedeelte van de Adriatische zee was geheel eenzaam, men kon zeggen onbevolkt. De laatste watervogels hadden haar verlaten om hunne holen aan de oevers te gaan opzoeken. Geen enkele zweefde meer over mijn hoofd heen, behalve eenige meeuwtjes, die scherpe kreten uitstieten, terwijl zij paarsgewijze over de oppervlakte van de blauwe zee scheerden en soms daarop neerstreken, om zich op de loome golfjes te laten wiegelen. ,,Hoewel ik niets van de vermoeidheid wilde gevoelen, begonnen mijne armen en beenen zwaar te worden. Reeds strekten zich mijne vingeren krampachtig van elkander uit, en het kostte mij moeite om de handen gesloten te houden, hetgeen bij het zwemmen zoo noodzakelijk is. Mijn hoofd woog loodzwaar, alsof een kogel aan mijne schouders bevestigd ware geweest. Ik begon moeielijkheid te ondervinden om het boven water te houden. ,,Eene soort van hallucinatie, van zinsbegoocheling overviel mij toen. De geregelde gang der denkbeelden begon mij te begeven, en tot eene gezette opeenvolging van gedachten kon ik mijn brein niet meer dwingen. Vreemde samenkoppelingen van meeningen vormden zich in mijne geschokte hersenen. Ik voelde dat ik niet anders dan zeer onvolmaakt een geluid zou kunnen hooren, het welk in mijne nabijheid zou waargenomen kunnen worden, of een licht zou kunnen zien, dat in mijne nabijheid ontstoken zoude worden. ,,En het was juist zoo iets, dat mij wedervoer. ,,Het kon ongeveer middernacht geweest zijn, toen een dof en verwijderd gerommel zich in oostelijke richting liet vernemen. Het was voor mij onmogelijk den aard van dat gerommel te onderscheiden. ,,Een lichtstraal drong door mijne oogleden heen, die zich mijns ondanks gesloten hadden. Ik poogde mijn hoofd op te beuren en slaagde daarin slechts door mij half te laten onderdompelen. Toen keek ik.... ,,Ik vertel u al die bijzonderheden, Piet, opdat gij ze weten zoudt en opdat gij door haar mij in mijn karakter zoudt leeren kennen." ,,Van uw karakter is mij niets onbekend, dokter. Niets!" antwoordde de jongman. ,,Niets?" vroeg dokter Antekirrt. ,,Denkt gij dan, dat mijne moeder mij niet op de hoogte gebracht heeft, wie en wat graaf Mathias Sandorf was?" ,,Dat zij Mathias Sandorf gekend heeft, dat kan, Piet...." ,,Zeker, heeft zij dien gekend!" fluisterde de jongman schier ademloos van spanning. ,,Maar dat zij dokter Antekirrt zoude kennen? Neen, dat niet. Dat kan niet, niet waar?" Piet Bathory luisterde ten hoogste ingespannen. ,,En het is juist die man, dien ge moet leeren kennen," ging de dokter voort. ,,Luister dus goed." De jeugdige ingenieur knikte. Hij was geheel gehoor. Zijn geheel uiterlijk kenmerkte dat. ,,Het gerommel, dat ik gehoord had, werd veroorzaakt door een groot schip, dat van den oostkant kwam en naar de Italiaansche kust stevende. De lichtstraal, die tot mij doorgedrongen was, kwam van zijn wit licht, hetwelk in den fokkemast bengelde. Dat was het onbedriegbare teeken, dat het een stoomvaartuig was. Wat zijne positie-lichten betrof, die onderscheidde ik weldra daarna, het roode aan bakboord en het groene aan stuurboord. En daar ik die twee seinlichten tegelijkertijd ontwaarde, wist ik dat het vaartuig recht op mij afkwam. ,,Het daaropvolgende oogenblik zou voor mij beslissend zijn. Inderdaad, alle kansen bestonden, dat dit stoomschip een Oostenrijks vaartuig was, daar het van den kant van Tri?st kwam. Een toevlucht daar aan boord te verzoeken, zou gelijkstaan met mij zelven weer in de handen der mar?chauss?es van Rovigno te stellen! Ik was vast besloten zoo iets niet te doen, hoewel ik gereed was, alles te beproeven om het eerste het beste redmiddel aan te grijpen. ,,Dat stoomschip was een snelvarend vaartuig. Het vergrootte al meer en meer voor mijn oog, terwijl het naderde. Het vergrootte buitengewoon. ,,Eindelijk kon ik de zee voor den boeg in eene witte schuimkuif zien omkrullen. Binnen twee minuten zou die boeg de plaats snijden, waar ik mij bevond, waar ik bewegingloos lag te drijven. ,,Ik twijfelde er geen oogenblik aan, dat het een Oostenrijksche stoomer was. Maar het was toch niet onmogelijk, dat zijne bestemming Brindisi of Otranto was. En waren die havenplaatsen zijn einddoel niet, dan kon hij haar toch aandoen. Dat was zelfs zeer waarschijnlijk. ,,Als dat zoo was, dan moest hij er binnen de vier en twintig uren aankomen. ,,Mijn besluit was dan ook ras genomen: Ik zou blijven drijven en wachten. Dat was het best, wat mij te doen overbleef. ,,Ik was er zeker van, dat ik te midden van de dikke duisternis niet opgemerkt zou worden. Ik zorgde, dat ik in de richting bleef, welke die groote massa volgde, welker vaart toen vrij gematigd was en die ternauwernood door de lichte deining der kalme zee geschommeld werd. ,,Eindelijk was de stoomer in mijne onmiddellijke nabijheid. Zijn boeg beheerschte de zee twintig voet boven mij. Ik werd in de waterkrul, die hij voor zich uitstiet, met geweld opgenomen; maar ik ontving geen schok. De lange romp gleed langs mij heen en ik stiet mij krachtig met beide handen af. Dat duurde hoogstens een paar seconden. Toen ik daarna de vormen van het achterschip zag verschijnen, klemde ik mij, op gevaar af, door de schroefbladen te pletter geslagen te worden, aan het roer vast. ,,Gelukkig was het stoomschip zeer zwaar geladen, zoodat de schroef zeer diep wentelde en de oppervlakte van het water niet bereikte. Want ware dat het geval geweest, dan zou ik aan de draaikolken, die daar gevormd werden, niet hebben kunnen ontkomen; ook zou ik het steunpunt, waaraan ik mij vasthield, niet omklemd hebben kunnen houden, en had ik moeten loslaten. ,,Maar, evenals bij alle stoomvaartuigen, hingen twee ijzeren kettingen aan het achterschip en sloten aan de roerwanden aan. Ik greep een van die kettingen en tilde mij tot de ijzeren kram omhoog waarin zij vastgeklonken waren. Ik kon nu boven water zitten en richtte mij zoo goed en zoo kwaad bij den achtersteven in, als maar mogelijk was. ,,Betrekkelijk was ik hier in veiligheid! ,,Drie uren later brak de dag eindelijk aan. Ik berekende toen, dat ik nog gedurende meer dan vier en twintig uren in dien toestand zou moeten doorbrengen, namelijk wanneer de stoomboot Brindisi of Otranto zou aandoen. Waar ik het meeste door zou lijden, dat was door dorst en honger. ,,Maar het voornaamste was, dat ik niet van het dek van de boot ontwaard werd; ook niet van uit de sloepen, die rechts en links van het achterschip in de davits hingen. Het is waar, dat ik door eenige tegenliggende schepen kon gezien worden en dat die seinen konden wisselen; maar gelukkig ontmoetten wij gedurende dien dag zeer weinig schepen, en die wij ontmoetten, voeren ons op zoo'n grooten afstand voorbij, dat niemand bespeuren kon, dat een man zich aan de roerkettingen van het stoomschip vastgeklemd hield. ,,Eene brandend heete zon veroorloofde mij weldra mijne kleederen, die ik daartoe uittrok, te drogen. ,,De drie honderd gulden van Andreas Ferrato bevonden zich steeds in mijn gordel. Zij moesten mij onderhoud en veiligheid verschaffen, zoodra ik aan wal zoude zijn. Daar, daar zou ik niets meer te vreezen hebben. ,,Op vreemden bodem waren voor graaf Mathias Sandorf, de Oostenrijksche agenten en spionnen geen schrikbeelden meer. Daar zou ik het hoofd rechtop kunnen voeren. Daar zou ik niet meer als een rampzalige ellendeling moeten rondsluipen om het veege leven te redden. ,,Maar het was mij niet genoeg voor het oogenblik, dat ik dat leven gered had; ik wilde ook dat men aan mijnen dood geloofde.... ,,Niemand mocht vernemen, dat de laatste vluchteling uit den vestingtoren van Pisino, dat graaf Mathias Sandorf op Italiaanschen bodem voet aan wal gezet had. Ik had daar gegronde redenen voor, zooals gij weldra vernemen zult. ,,Wat ik zoo innig verlangde, wat ik zoo innig hoopte, gebeurde gelukkig ook. ,,De dag ging zonder buitengewone voorvallen voorbij. De nacht viel eindelijk in. Ongeveer tegen tien uren in den avond flikkerde een licht met regelmatige tusschenpoozen in het zuidwesten. Ik herkende dat licht, want ik was meer in deze streken geweest. Dat was de vuurtoren van Brindisi. ,,Twee uren later was de stoomboot in het door boeien afgebakende vaarwater, hetwelk naar de haven geleidt. ,,Maar toen, v??rdat de loods aan boord gekomen was, en wij den wal op ongeveer twee mijlen genaderd waren, bond ik mijn kleederen in een pakje, dat ik op mijn hoofd en aan mijn hals bevestigde, liet de kettingen van het roer los en gleed zonder gerucht te maken in het water, hoewel het stoomschip nog in volle beweging was. ,,Het hevige geplons van de schroef bedwelmde mij een oogenblik, ik werd ook in de kolken, welke zij met woest geweld vormde, voor een poos me?gesleurd; maar eene minuut later reeds--want ik repte mij en zwom krachtig voort--had ik de stoomboot uit het gezicht verloren en hoorde ik nog maar het oorverscheurend gegil harer stoomfluit, waarmede zij hare aankomst in de havenplaats aankondigde. ,,Een half uur later zette ik bij zeer kalme zee op een vlak en dor strand, waarop geen branding stond, voet aan wal, gelukkig zonder dat iemand mij gezien had. Ik zocht eene schuilplaats tusschen de rotsen, die het strand bedekten, kleedde mij daar aan en zocht, terwijl de uitputting door de uitgestane vermoeienissen de bovenhand boven den honger behield, eene rustplaats te midden van droog zeewier, waarmede de tusschenruimten der rotsen gevuld waren, en sliep weldra op dat bed in. ,,Bij het aanbreken van den dag wandelde ik Brindisi binnen en zocht daar een der meest bescheidene h?tels van de stad op, alwaar ik besloot de verdere gebeurtenissen af te wachten, alvorens het plan van geheel mijn toekomstig leven vast te stellen. Ik was nu in veilige haven en had derhalve volstrekt geen haast. ,,Twee dagen later, Piet, vernam ik door middel van de dagbladen, welke rampzalige ontknooping de Tri?ster samenzwering gehad had. Ik las dat nasporingen in het werk gesteld waren, om het lijk van graaf Mathias Sandorf te vinden; maar dat die te vergeefs geweest waren. In echten reporterstijl werden daar vele bijzonderheden medegedeeld, die mij deden glimlachen. ,,Maar ik werd voor dood gehouden, dat was het voornaamste, even zoo goed dood, alsof ik met mijn makker, graaf Ladislas Zathmar en uwen vader, Stephanus Bathory, onder de doodelijke schoten op het binnenplein van den vestingtoren te Pisino gevallen was! ,,Ik, dood!.... Dood!" Add to tbrJar First Page Next Page |
Terms of Use Stock Market News! © gutenberg.org.in2024 All Rights reserved.