Read Ebook: Mathias Sandorf: De Middellandsche Zee by Verne Jules
Font size: Background color: Text color: Add to tbrJar First Page Next Page Prev PageEbook has 1463 lines and 46216 words, and 30 pages,,Ik, dood!.... Dood!" ,,Waarachtig niet, Piet.... en velen zullen wel ondervinden, dat ik nog levend ben!" Piet Bathory had met alle gretigheid, met de meeste opmerkzaamheid naar dat verhaal van den dokter geluisterd. Hij was onder den indruk daarvan, alsof hem dat alles, wat gebeurd was, in de diepte van een graf medegedeeld was geworden. Ja, het was graaf Mathias Sandorf die zoo tot hem sprak. Daaraan viel niet te twijfelen. Tegenover Piet, tegenover den zoon van Stephanus Bathory, tegenover dat levende evenbeeld van zijn vader, had graaf Mathias Sandorf zijne gewone koelheid langzamerhand verloren. Hij had thans den jongen man geheel en al toegang tot zijne ziel verleend en vertoonde haar in zijne tegenwoordigheid, zooals zij werkelijk was, na ze zoo lange jaren voor anderen gesluierd gehouden te hebben! Maar hij had nog niets gerept omtrent datgene, wat Piet toch zoo verlangend was te vernemen, niets omtrent hetgeen de arme jongeling van zijne medewerking verwachtte! Wat de dokter zoo even verhaald had van zijn stoutmoedigen overtocht over de Adriatische zee, was tot in de geringste bijzonderheden waar. Zoo was hij heelhuids te Brindisi aangekomen, terwijl graaf Mathias Sandorf volgens ieders opvatting dood was en dood bleef. Maar het kwam er nu op aan, om Brindisi zonder dralen te verlaten. Die haven daar, aan het uiteinde van Itali? als het ware, kon slechts eene pleisterplaats genoemd worden. De reizigers komen daar, hetzij om zich in te schepen naar de Levant, of naar Indi?; hetzij om, vandaar komende, te ontschepen en verder te reizen naar Europa. Het plaatsje kan in gewone omstandigheden verlaten genoemd worden, behalve gedurende een of twee dagen, wanneer de pakketbooten, voornamelijk die van de ,,Peninsular and Oriental Company" er aankomen. En die verlatenheid zou voldoende zijn, om den vluchteling te doen herkennen, en hoewel het waar was, zooals hierboven reeds verhaald werd, dat hij niet meer voor zijn leven te vreezen had, zoo was het hem toch boven alles waard, dat hij dood gewaand werd. Dit alles bedacht graaf Mathias Sandorf daags na zijne aankomst te Brindisi, terwijl hij aan den voet van het terras wandelde, die door de Cleopatra-zuil beheerscht werd, juist ter plaatse waar de Apische weg begint. Het plan van zijn volgend leven was reeds vastgesteld. Hij zou naar het Oosten gaan, om daar een vermogen te garen en met dat vermogen eene groote macht te verwerven. Maar het kwam niet raadzaam voor, zich op een der pakketbooten in te schepen, die de geregelde vaart langs Klein-Azi? verrichten en die gewoonlijk opgepropt waren met passagiers van de meest uiteenloopende nationaliteiten. Hij moest een ander en meer geheim vervoermiddel opsporen, en dat kon hij te Brindisi niet vinden. Hij vertrok dan ook denzelfden avond per spoortrein naar Otranto. Binnen anderhalf uur tijds had hij die stad, welke bijna aan het uiteinde van den hiel van de Italiaansche laars bij het kanaal, hetwelk den smallen toegang tot de Adriatische zee vormt, gelegen is, bereikt. Daar in die verlaten havenplaats kon graaf Mathias Sandorf prijs bepalen voor den overtocht met den schipper van een klein vaartuig, dat zeilree naar Smyrna lag, en eene lading Albaneesche paarden moest vervoeren, die te Otranto geen koopers gevonden hadden. Den volgenden morgen stak het vaartuig in zee en zag de dokter den vuurtoren van Punta di Luca, aan het uiterste puntje van Itali? gelegen, aan den gezichteinder verdwijnen, terwijl aan den tegenovergestelden kant de Acroceraunische bergen in de nevelen weg vloden. Weinige dagen later werd, na een overtocht zonder wederwaardigheden, kaap Matapan, de zuidelijkste punt van Griekenland, voorbij gestevend en waren de reizigers spoedig daarna te Smyrna op hunne bestemmingsplaats aangekomen. Dokter Antekirrt had Piet dit gedeelte van zijn verhaal zoo beknopt en zoo vluchtig mogelijk medegedeeld, alsook hoe hij door middel der dagbladen den plotselingen dood van zijn dochtertje vernam, waardoor hij nu eenzaam en verlaten in de wereld achterbleef! ,,Ik was dan eindelijk," zoo ging hij met zijn verhaal voort, ,,op dien bodem van Klein-Azi? aangekomen, waar ik zoovele jaren geheel onbekend zoude leven. Ik zou aan de studi?n in de geneeskunde, in de scheikunde, in de natuurlijke wetenschappen, aan welker bron ik mij in de scholen en in de universiteiten in Hongarije gelaafd had, aan die studi?n, die door uwen vader met zooveel toewijding en zoo roemrijk onderwezen werden, thans vragen om mijn bestaan te waarborgen. ,,Ik was gelukkig genoeg om te slagen en dat wel veel spoediger dan ik aanvankelijk had durven hopen. Ik vestigde mij eerst te Smyrna, waar ik mij in den tijd van zeven of acht jaren een groote beroemdheid als geneesheer verwierf. Eenige onverwachte genezingen brachten mij in aanraking met de rijkste personen uit die streken, waar de geneeskunde eigenlijk nog in het tijdperk der kindsheid verkeert. Ik besloot toen die stad te verlaten. Ik wilde, evenals de professoren van weleer, de menschen genezen, terwijl ik tevens de kunst van genezen zou onderwijzen. Ik wilde terzelfder tijd de onbekende geneeswijze der taleb's van Klein-Azi? en der pandit's van Indi? bestudeeren. Ik doorreisde al die provinci?n, en vertoefde op de eene plaats eenige weken, elders eenige maanden, terwijl mijne hulp ingeroepen werd te Karahissar, te Bender, Adana, Haleb, Tripoli en Damas, waarbij ik steeds voorafgegaan werd door eene vermaardheid, die onophoudelijk aangroeide en waardoor mijn vermogen met die vermaardheid vermeerderde. ,,Maar, dat was voor mij niet genoeg, Piet. Neen, waarachtig niet! Dat gevoelde ik wel! ,,Ik moest een onbegrensde macht erlangen, eene macht zooals slechts een der rijkste rajah's van Indi? zou ten deel gevallen zijn, wanneer de wetenschap zich aan zijne onmetelijke rijkdommen gepaard zou hebben. ,,De gelegenheid daartoe bood zich eindelijk aan! Ik zou verkrijgen, wat ik wenschte. ,,Te Homs, in Noordelijk Syri?, bevond zich een man, die aan eene langzame ziekte wegkwijnende was. Geen enkel geneesheer had de geaardheid van zijn lijden kunnen onderscheiden. Daaruit werd natuurlijk de onmogelijkheid geboren, om eene doelmatige behandeling te kunnen voorschrijven en volgen. Die man, Taz-Rh?t geheeten, had indertijd hooge betrekkingen in het Ottomanische rijk bekleed. Hij was toen nog slechts vijf-en-veertig jaar oud en betreurde te meer het leven, dewijl een onmetelijk fortuin hem de middelen aan de hand deed, zich alle denkbare genietingen te verschaffen en alle genoegens na te jagen. ,,Taz-Rh?t had over mij hooren spreken; want mijne beroemdheid was op dat tijdstip reeds groot. Hij liet mij verzoeken hem te Homs te komen zien en ik voldeed volgaarne aan die uitnoodiging, die mij geen windeieren zou leggen. ,,Dokter," zei hij, ,,mijn halve vermogen hoort u toe, wanneer gij mij het leven zult redden!" ,,Behoud dat halve vermogen," antwoordde ik. ,,Ik zal u behandelen en verplegen en, zoo God het wil, zal ik u genezen." ,,Ik bestudeerde nauwkeurig dien zieke, die door alle geneesheeren opgegeven was. Allen hadden uitspraak gedaan, dat hij nog maar weinige maanden te leven had. Maar ik was gelukkig genoeg eene stellige diagnose te kunnen maken. Ik bleef gedurende drie weken bij Taz-Rh?t, om de uitwerking gade te slaan van de behandeling, die ik op hem toepaste. ,,Om kort te gaan, zijne genezing was geslaagd. Hij herstelde geheel en al, en kon weer in de maatschappij verkeeren. ,,Toen hij mij verlangde te betalen, wilde ik niet meer ontvangen, dan hetgeen mij voorkwam, mij redelijkerwijze toe te komen. Daarna verliet ik Homs en Syri?. ,,Drie jaren later verloor Taz-Rh?t door een ongeluk bij eene jachtpartij het leven. Hij liet geene bloedverwanten, geene onmiddellijke nakomelingen na, en bij laatste wilsbeschikking had hij mij tot universeel erfgenaam gemaakt van al zijne goederen, welker waarde op niet minder dan vijftig millioen gulden geschat kon worden. Dat was een aardige som, niet waar, Piet? ,,Het was toen ongeveer dertien jaren geleden, dat de vluchteling uit den kerkertoren van Pisino eene schuilplaats had komen zoeken in die verwijderde provinci?n van Klein-Azi?. De naam van dokter Antekirrt was toen al eenigermate legendarisch geworden en was ook in geheel Europa beroemd. Ik had dus het resultaat bereikt, wat ik voorshands beoogd had. Maar mij bleef nog over het groote doel na te jagen, hetwelk de eenige beweegreden van mijn geheele bestaan was. ,,Ik besloot toen naar de Europeesche gewesten terug te keeren, of mij ten minste op het uiterste uiteinde van dat werelddeel op het eene of andere punt van de Middellandsche zee te vestigen. Ik bezocht de Afrikaansche kuststreken en kocht--tusschen twee haakjes gezegd: zeer duur--een belangrijk vruchtbaar en rijk eiland, dat feitelijk in de behoeften van eene kleine volksplanting kan voorzien. Dat eiland noemde ik Antekirrta. En het is hier, Piet, dat ik souverein, volstrekt baas, koning zonder onderdanen ben, maar een personeel bezit, dat vol toewijding voor mij is, dat mij met lichaam en ziel toegedaan is. Hier heb ik verdedigingsmiddelen, die volmaakt en voor mijne tegenstanders verschrikkelijk zullen wezen, wanneer zij voltooid zullen zijn. Hier heb ik gemeenschapsmiddelen, die mij met de verschillende punten van den omtrek der Middellandsche zee in verbinding brengen. Hier heb ik eene vloot van eene zoodanige beweegkracht en snelheid, dat ik zonder overdrijving kan zeggen, dat ik die zee tot mijn domein, tot mijn onderdaan, tot mijn nederige slaaf gemaakt heb. ,,Waar is het eiland Antekirrta gelegen?" vroeg Piet Bathory uiterst nieuwsgierig. ,,In de nabijheid van de groote Syrtische zee, welker beruchtheid sedert de vroegste tijdrekening afschuwelijk is geweest; aan het uiteinde van die zee, die door de heerschende noordenwinden zoo gevaarlijk wordt gemaakt, zelfs voor vaartuigen van nieuweren scheepsbouw. Het is gelegen achter in den zeeboezem van Sidra, die de Afrikaansche kust insnijdt tusschen het Tripolitaansche rijk en de Cyrena?sche regentschappen." Daar inderdaad is het eiland Antekirrta ten noorden van de Syrtische eilandengroep te vinden. Vele jaren vroeger had de dokter de kusten van Cyrena?ca doorreisd, had Souza, de oude havenplaats van dat land bezocht, alsook het rijk Barcah, zoowel als de kuststeden, die later het oude Ptoloma?s Bereniec, Adrianopolis, in ??n woord dat oude Pentapolis, hetgeen vijf steden beteekent, uitmaakten, en vroeger nu eens Grieksch dan Macedonisch, later Romeinsch, Perzisch, Saraceensch enz. waren, evenwel nu Arabisch zijn en onder het Pachalik van Tripoli ressorteeren. De wisselvalligheden van zijne reis, want hij ging zoowat overal en waar men zijne hulp noodig had en inriep, voerden hem tot te midden van die talrijke eilandengroepen, waarmede de Lybische kust bezaaid is, te weten Paros en Anthirodos, de Plinthinische tweelingen, Enesipta, de Tyndarenische rotsen, Pyrgos, Platea, de Hyphlische en de Pontische eilanden, de Witte en de Syrtische eilanden. Daar in die baai van Sidara, op dertig mijlen ten zuidwesten van het vilayet van Ben Chazi, het meest nabijgelegen punt der Afrikaansche kust, trok dat eiland Antekirrta meer in het bijzonder zijne aandacht. Men noemde het zoo, omdat het voor de andere Syrtische of Kryrtische eilanden gelegen is. Van dien dag af koesterde de dokter het voornemen, dat eiland den een of anderen dag te koopen, en als eene voorloopige in bezitneming, nam hij den naam van Antekirrt aan, die weldra wereldberoemd en overal in alle streken van het oude halfrond vernomen werd. Twee wichtige redenen hadden hem na eenig bedenken tot die keuze geleid. Ziehier: Vooreerst was Antekirrta uitgestrekt genoeg--het had een omtrek van achttien mijlen--om het personeel, dat hij noodig zou heb ben en dat hij bij elkander hoopte te brengen, te onderhouden. Het was verheven genoeg om tegen watervloeden beveiligd te zijn, daar een kegelberg, die achthonderd voeten hoog was, het geheele eiland beheerschte en veroorloofde een wakend oog op de baai tot aan de Cyrena?sche kust te houden. Dan was het voldoende vruchtbaar, daar het door vele riviertjes besproeid en een voldoende dikke laag teelaarde bezat. Het leverde verschillende producten op, genoegzaam om in het onderhoud van ettelijke duizenden inwoners te voorzien. Vervolgens was het eiland in die zee gelegen, die schrikwekkend was door hare stormen, welke reeds in voorhistorische tijden noodlottig voor de Argonauten waren, en waarvan Horatius, Virgilius, Propertius, Seneca, Valerius, Flaccus, Lucanus en nog andere schrijvers uit de oudheid, die meer aardrijkskundigen dan dichters waren, als: Polybius, Salustius, Strabon, Mela, Plinius en Procopus, de schrikkelijke gevaren schetsen in hunne gezangen, gedichten of beschrijvingen van die Syrtische eilanden, welker naam de ,,wegslepende" beteekende. Zoo was inderdaad het domein, hetwelk dokter Antekirrt in allen deele beviel. Hij kocht het dan ook in vollen eigendom voor eene aanmerkelijke som, zonder eenige feodale of andere verplichting van welken aard ook te aanvaarden. De acte van afstand werd zonder eenig bezwaar door den Sultan geratificeerd, waardoor de nieuwe bezitter van Antekirrta souverein werd, meer souverein dan menig constitutioneel vorstje in Europa. De dokter had op het tijdstip van dit verhaal reeds sedert drie jaren dat eiland betrokken. Ongeveer drie honderd Arabische of Europeesche famili?n waren door zijne aanbiedingen en door de verzekering van een gelukkig leven te zullen leiden, gelokt geworden. Deze vormden eene kleine kolonie, die ongeveer twee duizend zielen telde. Dat waren geen slaven, zelfs geen onderdanen, maar lotgenooten, die voor hun opperhoofd vol toewijding waren, en zoowel aan hem als aan het plekje gronds, hetwelk voor hen als een nieuw vaderland geworden was, uitermate gehecht waren. Langzamerhand werd er eene geregelde administratie ingevoerd, en eene militie gevormd, om de verdediging van het eiland op zich te nemen. Er werden verder onder de notabelen magistraten gekozen, die maar zelden geroepen werden om hunne autoriteit te doen gelden. Daarna werden door den dokter kundige mannen naar de voornaamste en beste scheepstimmerwerven van Engeland, Frankrijk, Amerika of Nederland gezonden, alwaar volgens zijne eigene inzichten eene bewonderenswaardige vloot gebouwd werd, bestaande uit stoombooten, stoomjachten, schooners, goeletten of ,,Electrieks", die bestemd waren om snelle tochten in het bekken der Middellandsche zee uit te voeren. Terzelfder tijd werden versterkingen op het eiland Antekirrta opgeworpen; maar die waren nog niet voltooid, hoewel de dokter de uitvoering er van, zooveel hem maar mogelijk was, verhaastte. Hij meende daartoe ernstige redenen te hebben. Had dokter Antekirrt dan eenigen vijand in die streken van de baai Sidra te vreezen? Ja zeker. Eene angstverwekkende sekte, eigenlijk eene vereeniging van zeeschuimers, had niet zonder een gevoel van haat en nijd, een vreemdeling die volksplanting in de nabijheid der Lybische kustlanden zien stichten. Die sekte was de Muselmansche Broederschap van Sidi Mohamed Benn Ali-Es-Seno?si. In dat jaar was zij dreigender dan ooit en reeds telde hare aardrijkskundige uitbreiding meer dan drie millioen volgelingen. Hare zaouiyas, hare villayets, die als middelpunten van arbeidzaamheid verspreid, in Egypte, in het Ottomanische rijk, zoowel in Europa als in Azi?, in Algeri?, in het land van Baele en Touboe, in oostelijk Nigriti?, in Tunis, in Marokko, in de onafhankelijke landen van de Sahara, tot aan de grenzen van westelijk Nigriti? toe beschouwd konden worden, bestonden in veel grooter aantal in Tripolis en in de Cyrena?sche streken. Van daar ontstond een voortdurend gevaar voor de Europeesche etablissementen in Noord Afrika, voor dat bewonderenswaardige Algeri?, hetwelk bestemd is om het rijkste land der aarde te worden, ook voor het eiland Antekirrta, zooals wel te denken valt. Alle middelen bijeen te brengen tot beveiliging en verdediging, was dus niet alleen als voorzichtigheidsmaatregel aan te bevelen, maar ook den dokter door de onverbiddelijke noodzakelijkheid geboden. Ziedaar, wat Piet Bathory gedurende dat onderhoud, hetwelk hem nog omtrent zoo onnoemelijk veel anders zou inlichten, wat hij zelfs niet gissen kon, vernam. Het was dus naar het eiland Antekirrta, waar hij heen gevoerd was. Dat eiland was in het binnenste der Syrtische zee gelegen, als het ware in een der meest verborgen van de oude wereld op eenige honderd mijlen van Ragusa verwijderd, waar hij twee wezens achtergelaten had, die hij nimmer vergat en welker herinnering hem overal vervolgde, waar hij ook ging, namelijk: zijne moeder en Sava Toronthal. De dokter voltooide vervolgens zijne mededeelingen, door de bijzonderheden betreffende het tweede gedeelte van zijn bestaan te verhalen, Piet Bathory luisterde natuurlijk aandachtig toe. Terwijl dokter Antekirrt aldus zijne maatregelen trof, om de veiligheid van zijn eiland te verzekeren; terwijl hij zich onledig hield met de rijkdommen van zijn bodem te voorschijn te doen treden, om hem langzamerhand voor de stoffelijke en zedelijke behoefte van zijne kleine volksplanting dienstbaar te doen zijn, werd hij voortdurend op de hoogte gehouden omtrent hetgeen zijne vroegere vrienden, welker spoor hij nimmer uit het oog verloren had, wedervoer. Daaronder behoorden in de eerste plaats mevrouw Bathory, haar zoon en Borik, die Tri?st verlaten hadden, om zich te Ragusa te vestigen. Zoo vernam Piet Bathory, waarom de goelet Savarena te Gravosa aangekomen was, onder omstandigheden die zoo zeer de algemeene nieuwsgierigheid gaande gemaakt hadden; waarom de dokter toen een bezoek aan mevrouw Bathory gebracht had, zonder dat haar zoon ooit het hoe en waarom had kunnen te weten komen dat het geld, hetwelk ter harer beschikking gesteld was, door de wakkere vrouw geweigerd werd; ook vernam hij hoe de dokter gelukkig bijtijds gekomen was om Piet aan het graf op het kerkhof te Ragusa te ontrukken, waarin hij trouwens slechts in een magnetischen slaap gedompeld lag. Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page |
Terms of Use Stock Market News! © gutenberg.org.in2024 All Rights reserved.