Read Ebook: Lord Lister No. 0019: De erfenis van Eaglestone by Blankensee Theo Von Matull Kurt
Font size: Background color: Text color: Add to tbrJar First Page Next Page Prev PageEbook has 745 lines and 20103 words, and 15 pagesBut what else could a lad expect who was so unfortunate as to find himself afflicted with such a name as A. Cypher? "Yes, what's it all mean, Paul? You haven't even taken me in, you know, and I'm as much in the dark as the next fellow," remarked Jack Stormways, reproachfully; for being Paul's closest chum he might have expected to share his confidence. "Wait a bit. We might as well make ourselves comfortable while we're about it. I'll sit down on this box, and the rest of you gather around on the floor. I've got a big proposition to make, and you want to listen carefully." "T-t-take c-c-care of the lantern, f-f-fellows; my d-d-dad's w-w-wanting this old barn f-f-for his t-t-tobacco crop, and he'd b-b-be some put out if it b-b-burned just now!" came from Bluff. Finding perches on various low piles of waste left over after the shipment of the last crop, the six lads gathered around Paul, eagerness stamped on every beaming face. "Now, what's the idea that struck you this time, Paul?" demanded Bobolink. "I'll tell you without any beating around the bush, fellows. The thought came to me that Stanhope was away behind the times. Other towns not nearly so big, have one or more troops of Boy Scouts. Why shouldn't we get up one here?" and Paul waited to hear what the response would be. The six who sat in a ring looked at each other as though stunned by the proposal. It was strange, indeed, that no one had up to this time taken a lead in advancing such a thing. "Bully idea, Paul!" ejaculated Jack, slapping a hand on his knee enthusiastically, as though it appealed to him most decidedly. "Well, I declare, to think that nobody ever mentioned such a grand movement before. Count me in right from the start!" said Wallace Carberry--sober Wallace, who usually measured his words as though they were golden. "And me too," observed Bobolink. "Ditto for William!" called out the other Carberry Twin, grinning with delight. "G-g-guess I'd make a bully good t-t-tenderfoot!" "That's the best thing you ever thought up, old chap," came from Nuthin'. "Hurrah! every county heard from, and not one contrary word. It looks as if there might be something doing right soon around this region," declared Paul, naturally pleased because his proposition had met with such unanimous satisfaction. "Tell us more about it, please. I've read about the Boy Scouts; but my mother would take a fit if she thought I was practicing to become a soldier. You see, I had an older brother, who enlisted to go out with some of the boys when we had our little fuss about Cuba and the Philippines; and poor Frank died in camp of typhoid fever. I'll have a hard time winning her over, and the dad, too," remarked Bobolink, sadly. "Well, that's where you make a big mistake, Bobolink. Over in England, where the Boy Scout movement started, it has some connection with the army, because there, you see, every fellow expects at some time to serve his country as a soldier, or on board a naval vessel. But here in America, the movement is one for peace." "Then what's all the doings about?" asked Nuthin', as if puzzled. "I know, and Paul is right about it," came from Wallace Carberry, always quite a reader of newspapers and magazines. "Let him tell then. I'm for the game, no matter what it means," cried Bobolink. "And I think Bluff knows something about it, for he said he would do for the lowest grade of scout, which is the tenderfoot. But I don't think any of you are qualified to take even that degree; for a tenderfoot must first be familiar with scout law, sign, salute, and know what his badge means; he must know about our national flag, and the usual forms of salute due to it; and be able to tie some seven or eight common knots. How about that, Bluff?" "N-n-not guilty!" promptoeg de oogen op, en zag mijn vader, die met een zijner vrienden in mijn kamer stond. Zij waren gekomen om mij te wekken, want het volgende was er voorgevallen." Leyden, of beter gezegd lord Danby hield even op en bedekte het gelaat met de handen. Een diepe zucht ontsnapte zijn borst. Na een korte pauze vervolgde Danby zijn verhaal. ,,Toen het jachtgezelschap tegen middernacht zich naar de slaapkamers had begeven, ontdekte een der gasten, dat hij een portefeuille met 1000 pond sterling miste. Hij begon zijn kamer te doorzoeken en ging toen naar de eetzaal terug, waar hij mijn vader aantrof. Hij achtte zich verplicht, den gastheer het gebeurde mede te deelen en deze was ten zeerste ontsteld, dat zoo iets in zijn huis had plaats gevonden. ,,Men wilde terstond de dienstboden ondervragen. Als zoon des huizes zou ik den heeren daarbij behulpzaam zijn en daarom kwam mijn vader mij wekken. ,,Het is onmogelijk te beschrijven, wat thans gebeurde.--Toen men licht in mijn slaapkamer had gebracht, zag de eigenaar terstond de hem behoorende portefeuille op het nachttafeltje liggen. Mijn vader was buiten zich zelven. Hij wilde mij te lijf om mij te worgen. ,,In mijn angst en verwarring bekende ik alles: mijn lichtzinnigheid, mijn speelschulden. Ik vertelde ook, dat mijn stiefmoeder mij deze portefeuille gebracht had en dat ik ze had aangenomen, in de veronderstelling, dat lady Ethel mij wilde helpen. ,,Mijn vader liet lady Ethel terstond ontbieden. Sidderend wachtte ik haar komst, opdat die afschuwelijke verdenking zoodra mogelijk van mij zou worden afgewend. Zij verscheen al heel spoedig--en--ik dacht mijn verstand te verliezen--zij--ontkende alles.-- -- ,,Koud, met een hoonlach op het gelaat, zei ze mij, dat ik wel gedroomd moest hebben. Nooit had zij zich op eenige wijze ingelaten met den lichtzinnigen zoon; nog veel minder eraan gedacht, hem op eenigerlei wijze te steunen of voor hem een gast te bestelen. Het was schandelijk van mij, haar van zooiets te beschuldigen. ,,Mijn vader, die nu niets anders kon gelooven, dan dat ik den gast had bestolen om mijn schulden te betalen en dat ik nu nog zijn echtgenoote op schandelijke wijze verdacht wilde maken, vloog in toomelooze woede op mij af. Plotseling sloeg hij met zijn handen in de lucht en stortte ter aarde; een beroerte had zijn rechterzijde verlamd."-- -- -- -- -- -- Met doffe stem vervolgde Harry Danby: ,,Nu nog zie ik alles voor mij. Vader, worstelend met den dood, lag op den vloer; zijn oogen, waaruit ontzetting, woede en schaamte spraken, waren op mij gericht. Dra was hij door vrienden omringd en op den achtergrond stond, koel, hoogopgericht, de vrouw, die mijn grenzelooze vertwijfeling zag en maar glimlachte, zooals dat slechts de duivel kan. Met een laatste krachtsinspanning wees vader mij de deur.-- -- -- -- ,,Ik was geheel buiten mijzelven. Ik kon mijn gedachten niet bij elkaar houden en, als door furi?n achtervolgd, vloog ik bij nacht en ontij de deur uit. Ik rende door velden en weiden, zonder te weten waarheen, totdat ik aan den rand van een sloot uitgeput neerviel. ,,Hier vond een arme kolenbrander mij den volgenden morgen. Hij nam mij mede en verpleegde mij, want hevige zenuwkoortsen hadden mij aangegrepen. ,,Toen ik eindelijk weer beterde en de crisis voorbij was, schreef ik mijn vader. Ik legde hem nog eens alles uit en zwoer hem, bij de nagedachtenis van mijn gestorven moeder, dat ik onschuldig was. Ik kreeg geen antwoord. Drie dagen wachtte ik. Toen ging ik naar het kasteel. Ik werd echter niet ontvangen. Den volgenden dag echter ontving ik een brief. Mijn hart klopte van blijde verwachting. Toen ik de enveloppe opende, vielen er eenige bankbiljetten uit, maar er was geen letter bijgevoegd. ,,Ik was wanhopig. ,,Nadat ik eenigszins tot kalmte was gekomen, nam ik zooveel van het geld, als ik voor de reis naar Londen noodig had. De rest liet ik den armen kolenbrander voor zijn zorgvuldige verpleging. Ik nam afscheid van de menschen, die mij zoo liefdevol hadden opgenomen en vertrok naar Londen. Daar liet ik mij op een schip aanmonsteren, dat naar Australi? ging en was voor mijn familie dood en vergeten. ,,Bij mijn vlucht had ik geen papieren meegenomen en ik was dus niet in staat, mijn identiteit te bewijzen. ,,Het eenige, wat ik nog bezit, is dit medaillon. Het is een aandenken aan mijn overleden moeder, die het mij op haar sterfbed om den hals hing." Bij deze woorden, haalde Harry Danby een medaillon te voorschijn en reikte het lord Lister. Het was een klein, ovaal voorwerp, dat aan den voorkant het familiewapen der Danby's toonde: een springende leeuw en een hert. Daarboven zweefde een adelaar met uitgebreide vleugels. In het medaillon waren de miniatuur-portretten van Danby's vader en moeder. Lord Lister liet Charly Brand het medaillon zien en gaf het toen den eigenaar terug. Harry Danby vervolgde nu zijn verhaal. ,,Wat moet ik nog verder vertellen, heeren? Toen ik in Australi? op een boerderij werk had gevonden, schreef ik mijn vader nogmaals een uitvoerigen brief, maar wederom kreeg ik geen antwoord. Ik ben er thans van overtuigd, dat mijn vader nooit mijn brieven heeft ontvangen. Die satansche vrouw heeft ze onderschept. Als haar boosaardig plan wilde gelukken, dan mochten mijn brieven, die vaders oordeel konden wijzigen, hem nooit onder de oogen komen. Ik, haar stiefzoon, moest voor de familie dood zijn en blijven, opdat haar eigen zoon, Arthur, alles zou ten deel vallen. ,,Mijn laatste dertig jaren waren vreeselijk voor mij. Het was alsof de vadervloek, die zoo geheel onverdiend over mij was uitgesproken, alle geluk had vernietigd. Ondanks alle moeite heb ik nooit eenig noemenswaard kapitaal kunnen verwerven. Ik kon nauwelijks in eigen onderhoud voorzien. ,,Den naam Harry Leyden, dien ik bij mijn vlucht uit Europa had aangenomen, behield ik. Later leerde ik nog Azi?, Afrika en Amerika kennen, maar alle aangewende moeite was tevergeefsch. Ik keerde twee jaar geleden naar Engeland terug. Hier ging het mij nog slechter. Ofschoon de verleiding mij vele keeren in verzoeking bracht, ben ik tot het laatste uur stipt eerlijk gebleven en heb mij aan geen enkele misdaad schuldig gemaakt. Daar ik echter uit deze ellende geen uitweg meer zag, wilde ik een einde maken aan mijn ellendig bestaan. Toen zijt gij gekomen en hebt mij teruggeroepen tot dit aardsche tranendal." Lord Lister scheen diep getroffen door alles, wat hij gehoord had, evenals Charly. De donkere oogen van den lord gloeiden van toorn en hij zei tot zijn secretaris: ,,Dat is wat voor ons, mijn jongen. Die vrouw moet gestraft en deze ongelukkige in eer hersteld worden." Charly drukte zijn vriend de hand. ,,Ik ben het ditmaal volkomen met je eens, Edward, en wil van ganscher harte helpen, voor zoover het in mijn macht is." Harry Danby schudde bij deze woorden droef het hoofd en zei op triesten toon: Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page |
Terms of Use Stock Market News! © gutenberg.org.in2024 All Rights reserved.