Read Ebook: Lord Lister No. 0302: Chesterton en Chesterton by Blankensee Theo Von Hageman Felix Leonard Felix Matull Kurt
Font size: Background color: Text color: Add to tbrJar First Page Next Page Prev PageEbook has 798 lines and 20918 words, and 16 pagesHet waren de eerste maten van een Schotsch volksdeuntje, met een eigenaardig rythme. De twee mannen waren tegelijkertijd opgesprongen, en keken elkander aan. --Dat moet Mylord zijn! fluisterde Henderson. In plaats van te antwoorden, trad Charly op het venster toe en trok het gerafelde rolgordijn op. Aan de overzijde van de smalle straat stond een man onbewegelijk stil. Hij droeg een overjas met een breeden, thans opgezetten kraag, waarin bijna zijn geheel gelaat schuil ging, terwijl hij den rand van zijn slappen vilthoed diep in de oogen had getrokken. Maar Charly herkende de kleederen onmiddellijk--hij had ze nog den dag te voren door Richard Chesterton, den vriend van Peter Vandyke, zien dragen. De man, die daar zoo onbewegelijk stil stond, moest dus John Raffles zijn, die immers tijdelijk in de huid van den rijken New-Yorker was getrokken! Op een twintigtal meters afstand stond een huurauto te wachten. Even wenkte de man daarbuiten, en Charly schoof het raam open. De man daarbuiten haalde iets uit den zak van zijn overjas en wierp het behendig door het open geschoven raam in de kamer. Het was een briefje, om een kleinen steen gebonden. Charly wuifde met de hand, ten teeken, dat de boodschap haar doel bereikt had, waarop de man buiten even knikte, naar de auto liep en instapte. Even later klonk het getoeter van den hoorn door de vrijwel geheel verlaten straat. Charly had den steen met den brief opgenomen en maakte nu den laatsten los, waarop hij er mede onder de lamp ging staan. Hij doorliep den brief snel, en zeide toen op zachten toon: --Je krijgt je zin, Henderson--wij vertrekken spoedig, luister maar wat Mylord schrijft: ,,Beste Charly! Het oogenblik van ons vertrek nadert! Zorg dat de vliegmachine morgennacht gereed is. Te middernacht zullen wij elkander ontmoeten aan het noordelijk hoofd van de Brooklyn Bridge. Ik zal jelui daar in een auto wachten, en wij rijden dan dadelijk naar de plek, waar wij de vliegmachine opgeborgen hebben. Chesterton blijft volgens zijne belofte nog vijf dagen weg, of keert in ieder geval niet terug v??r ik hem waarschuw; ik heb zijn adres. In verband met de arrestatie van Buster Finn, is het volstrekt noodzakelijk, dat ik morgen den geheelen dag de rol van Chesterton blijf spelen." Dit even korte als duidelijke briefje was met een kleine letter r onderteekend. EEN KINK IN DEN KABEL. De Amerikaansche bladen stonden reeds den volgenden morgen vol van de opzienbarende arrestatie van den neef van Peter Vandyke, Buster Finn. Het bericht leek velen zoo bespottelijk, dat zij aan een flauwe grap dachten en hun lezers waarschuwden, er niet al te veel geloof aan te hechten. De meeste bladen echter gaven de zaak op echt Amerikaansche wijze weer. Zij wisten, dat het op sensatie beluste publiek verlangde naar een dergelijk bericht, en besteedde bijna een geheele voorpagina aan de zaak, verlucht met al of niet authentieke portretten van Buster Finn, Peter Vandyke en zijn dochter Cissy, van haar verloofde, den inspecteur van politie Theodor Flannagan, en niet te vergeten van Richard Chesterton, den man, die met buitengewone schranderheid het raadsel van den Moloch had weten te doorgronden. Er waren bladen, die den spot dreven met de politie en de vraag stelden of men er wellicht niet beter aan zou doen, het zoeken naar misdadigers over te laten aan amateurs, daar dezen blijkbaar beter hiervoor geschikt waren dan de beroepsspeurders. De geheele levensloop van Buster Finn werd vermeld en tot in de kleinste bijzonderheden uitgeplozen--en wat de verslaggevers niet zeker wisten, of niet konden uitvinden--dat fantaseerden ze er maar bij! Maar in alle verhalen kwam een gevoel van groote opluchting aan den dag dat er nu ten slotte een einde was gemaakt aan het bestaan van de gevaarlijke bende, die maanden lang de geheele reuzenstad vergiftigd had. Een aantal bladen bracht ook het aandeel ter sprake, hetwelk John Raffles, de geheimzinnige gentleman-inbreker, in de arrestatie van een groot aantal bendeleden gehad had, maar men vond dat hetgeen hij gedaan had toch geheel in het niet zonk bij de verrichtingen van Richard Chesterton, die met ongelooflijk doorzicht en wonderbaarlijke schranderheid het geheele komplot ten slotte had blootgelegd. Er waren slechts een paar bladen, hoofdzakelijk linksche organen, die uit principe niets konden goedkeuren, wat ,,een lid van de aristocratische bende" had verricht, die lastige vragen stelde! Zij wilden bijvoorbeeld weten, hoe Chesterton aan al zijn wijsheid kwam, waar hij plotseling den hond vandaan had gehaald die hem zulke groote diensten had bewezen, hoe het kwam dat men vroeger nooit van zijn bekwaamheden als amateur detective had gehoord. En meer indiscrete dingen. Hun stem ging echter geheel verloren in het koor van loftuitingen aan het adres van den schranderen Chesterton. In lange jaren was er in geheel Amerika niets voorgevallen, hetgeen zooveel opzien baarde als de ontdekking dat Buster Finn, de neef van Peter Vandyke, de man die niet geheel en al voor vol werd aangezien, de lang gezochte Moloch was! Raffles las een groot deel van deze verhalen in een zeer fraai gemeubeld vertrek in een huis van de Twintigste straat, hetwelk toebehoorde aan Richard Chesterton. Hij ontving van den grijzen bediende, Henry, een geheelen stapel ochtendbladen, en las die nu een voor een met alle aandacht. Nu en dan liep er een glimlach over zijn gelaat en soms ook fronste hij de wenkbrauwen. Eindelijk had hij ook het laatste blad doorgelezen, rekte zich uit, en zeide voor zich heen: --Als de echte Chesterton hier te New-York terugkeert, zal hij worden verafgood! Ik ben blij dat ik mijn rol spoedig ten einde zal hebben gespeeld, want ik voorzie voor dien heer zeer drukke dagen! Hij stond op, stak een sigaret aan en begon met groote schreden, juist zooals Richard Chesterton placht te loopen als hij ergens over nadacht, het vertrek op en neer te schrijden, met de handen op den rug, en het hoofd een weinig gebogen. --Het is noodig, dat ik vandaag nog den geheelen dag als Richard Chesterton blijf rondloopen. Ten eerste zal de politie mij wel noodig hebben tot nadere verklaring en ten tweede is het niet geheel en al onmogelijk in deze vermomming nog een goeden slag te slaan, bij wijze van souvenir aan het gastvrije Amerika. Raffles bleek goed te hebben gezien, want een kwartier later werd hij per telefoon uitgenoodigd op het politiebureau te komen, ten einde daar eenige toelichtingen te geven omtrent de wijze waarop hij den Moloch op het spoor was gekomen. In het bureau van den hoofdcommissaris vond hij reeds den inspecteur Theodor Flannagan, die met Richard Chesterton nauw bevriend was, en wien hij den avond te voren zijn vermoedens het eerst had medegedeeld. De jonge inspecteur drukte den man dien hij voor zijn vriend aanzag krachtig de hand en zeide op hartelijken toon: --Ik wensch je van harte geluk, Richard, en ik verzeker je dat ik volstrekt geen naijver gevoel! Je hebt een kranig stuk werk verricht, en er is maar een ding dat mij spijt: dat je niet tot het politiekorps bent toegetreden. Raffles had glimlachend geluisterd en zeide nu: --Het toeval is mij gunstig geweest, Theo, dat is alles. --Maar hoe ben je voor den drommel op het spoor gekomen? riep Flannagan verwonderd uit--en hoe zit dat toch met dien hond? Ik lees in de politieverslagen, dat je op het laatst een kaalgeschoren terrier hebt gebruikt; hoe kwam je daaraan? --Die behoorde aan een der beide mannen die mij behulpzaam zijn geweest, loog Raffles voor de vuist weg. --Maar wie waren dan die mannen? vervolgde Flannagan. Wisten die iets van je ontdekkingen? --Het waren leden van de bende die zich verongelijkt achtten en wraak wilden nemen! Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page |
Terms of Use Stock Market News! © gutenberg.org.in2024 All Rights reserved.