Use Dark Theme
bell notificationshomepageloginedit profile

Munafa ebook

Munafa ebook

Read Ebook: Lord Lister No. 0305: De schijndooden by Blankensee Theo Von Hageman Felix Leonard Felix Matull Kurt

More about this book

Font size:

Background color:

Text color:

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Ebook has 797 lines and 21432 words, and 16 pages

Nu lag hij weder alleen en voortdurend dwaalden zijn blikken af naar de groote klok.

Nog een kwartier--en het uur voor het reglementaire bezoek was aangebroken.

Maar juist ging de deur open, twee dragers droegen op een baar een nieuwen bewoner van de groote zaal binnen, die honderd twintig bedden telde, waarvan er honderd tien bezet waren.

Zij droegen de baar tot v??r een dezer bedden, waarbij de hoofdverpleegster hun den weg wees en tilden den zieke van de baar op het bed.

Daarop verwijderden zij zich weder met de draagbaar, en voor zoover zij zich bewegen konden, richtten alle zieken hun blikken nieuwsgierig in de richting van het zooeven bezette bed.

De man, die daar lag en die thans door een van de verpleegsters zorgvuldig werd toegedekt, had een zeer bleek gelaat en lag met wijdgeopende oogen naar de zoldering te staren.

Maar nu ging de deur opnieuw open en enkele bezoekers traden binnen.

Onder de eersten, die de ziekenzaal betraden, was een rijzige, jonge, schoone vrouw met een bleek gelaat en chic gekleed.

Naast haar liep een grijsaard met bijna spierwit haar, dat op den schedel reeds begon te dunnen, en in krullen op zijn schouders neerviel.

Een lange, witte, baard gaf hem een eerwaardig voorkomen.

Hij scheen een weinig gebrekkig te zijn en leunde op een zwaren wandelstok.

De jonge vrouw zag nauwelijks den geheimzinnigen Brown of zij bekommerde zich niet meer om den ouden man, snelde op het bed toe en liet er zich v??r op de knie?n vallen, terwijl zij haar hoofd aan de borst van den gewonde vlijde.

Deze streelde zachtjes heur haar en fluisterde:

--Ik heb je dus weer, mijn lieveling! Je weet niet, wat ik geleden heb! Raffles heeft je dus weten te bevrijden?

De jonge vrouw knikte, terwijl zij op haar beurt het haar van den gewonde zachtjes met haar lange witte vingers streelde.

--Alles is hem dus gelukt? vroeg Brown fluisterend. Waar is hij nu?

Zonder te antwoorden, wenkte de vrouw in de richting van de deur, waar de grijsaard kwam aanstrompelen.

--Is hij dat? Is dat John Raffles? vroeg de gewonde fluisterend, terwijl hij den grijsaard met groote oogen aanstaarde. Maar dat lijkt mij onmogelijk toe.

--Ook ik meende eerst mijn oogen niet te kunnen vertrouwen, Raoul, antwoordde de jonge vrouw fluisterend. Bij de vermommingskunst van dien man valt die van alle leden onzer bende volkomen in het niet!

De vrouw had zeer zachtjes gesproken en zij kon er nu zeker van zijn, dat niemand zou kunnen hooren wat zij zeide, daar twee bedden ter rechter zijde en ??n links van den gewonde onbezet waren.

De grijsaard was intusschen naderbij getreden en nam naast het bed van den gewonde plaats.

Hij boog zich over dezen heen en zeide zachtjes:

--Ik zie met genoegen, Beaupr?, dat je toestand reeds vooruitgaande is! Ik heb Marthe Debussy hier heen willen vergezellen, omdat ik volstrekt niet zeker ben van haar veiligheid!

De gewonde had de hand van Raffles gegrepen--want hij was inderdaad de gentleman-inbreker, de Groote Onbekende--en drukte haar krachtig, terwijl hij zeide:

--Wij zijn vijanden geweest, John Raffles--en niemand kan zeggen, hoe wij in de toekomst tegenover elkander zullen komen te staan! Gij zijt een verklaard tegenstander van ons Genootschap, waartoe ook ik behoor, markies Beaupr? de la Sardogne! Maar toch--nu zou ik onmogelijk van betere gevoelens jegens u vervuld kunnen zijn! Gij hebt haar--hier vestigden zich zijn oogen op de bleeke vrouw aan de andere zijde van het bed--uit de klauwen van mijn felsten vijand, Dr. Fox, gered. Ik ben er zeker van, dat dit met levensgevaar gepaard ging, want de chef van het Genootschap van den Gouden Sleutel is er de man niet naar, om iemand, die zich in zijn macht bevindt, en die de doodstraf te wachten staat, niet goed te laten bewaken!

--Ik beken, dat het niet bepaald een pleziertochtje was, hernam Raffles glimlachend, maar het geluk was aan onze zijde!

--Wilt ge mij niet zeggen, hoe alles gegaan is? vroeg Raoul Beaupr?, dien wij nu hebben leeren kennen als een lid van een Parijsche dievenbende, die naar Londen was gekomen, om zich op te werpen als chef van het Genootschap van den Gouden Sleutel.

--Het is in een paar woorden verteld, antwoordde Raffles, ik ben hier als detective de schurken komen arresteeren, die u namens Fox het voorstel waren komen doen om de geheimen van uw bende te verraden, en tevens een eed te zweren, dat gij nooit meer een poging zoudt doen om naar het leiderschap van het Genootschap te streven, in ruil waarvoor zij u het leven van uw minnares beloofden, die zich aan verraad had schuldig gemaakt, en zich in handen van Dr. Fox bevond. Ik heb hen bewusteloos gemaakt met een geheim middel, waarvan ik alleen de samenstelling ken, en een vriend van mij en ik zelf hebben hun plaats ingenomen, nadat wij hun uiterlijk zoo goed mogelijk hebben nagebootst. De rest had niet veel meer te beteekenen--wij waren het wachtwoord te weten gekomen op een wijze, welke ik u liever niet zal mededeelen, en zoo viel het ons niet moeilijk, met nog een derden helper, die over buitengewone spierkracht beschikt, het dievenhol binnen te treden, waar uw vriendin gevangen werd gehouden. Wij schoten een paar bewakers overhoop--en onze makker brak de deur van de cel open, alsof het 't deksel van een sigarenkistje was! Verdere bijzonderheden zal madame u later wel mededeelen!

Beaupr? had verbaasd toegeluisterd, en hij vroeg zich nu af, over welke geheimzinnige macht deze man beschikte, dat hij kon slagen in een onderneming, waarbij ieder andere zou hebben gefaald.

Even heerschte er stilte en toen zeide Beaupr?:

--Ik bewonder u! Het is waar, dat wij elkander bestreden hebben en het later nog wel zullen doen, maar wat gij gedaan hebt, grenst aan het wonderbaarlijke! Maar zooeven zeidet gij, dat Marthe zich nog steeds in gevaar bevindt! Waarom denkt gij dat?

--Zij wordt gevolgd! antwoordde Raffles eenvoudig. Fox heeft zijn spionnen in de buurt van het ziekenhuis opgesteld: ik heb een paar verdachte individuen hier zien rondzwerven.

Er vertoonde zich een trek van grooten schrik en ongerustheid op het gelaat van den gewonde, en hij greep krampachtig de hand van zijn minnares.

--Ik voorzag zoo iets en daarom heb ik Marthe ook vergezeld! vervolgde Raffles. Ik verzeker u, dat zij geen gevaar loopt zoo lang mijn vrienden en ik toe zien! Zoodra gij als hersteld ontslagen bent, zult gij natuurlijk dadelijk onze taak overnemen.

EEN NIEUWE PATI?NT.

Beaupr? had de vuisten gebald, en heesch kwam het nu over zijn lippen:

--Laat Fox zich voor mij in acht nemen, zoodra ik van mijn ziekbed kan opstaan! Hij heeft mij in dezen toestand gebracht! In een stikdonker gemaakt vertrek hebben wij elkander met messen bestreden, maar de verraderlijke schurk had het vloerkleed gegrepen en dit om zijn linker arm en bovenlijf gewikkeld, waardoor hij veel beter beschermd was dan ik.

--Op die wijze hebt gij dus om de macht geduelleerd? vroeg Raffles.

--Ja--het was de wil der vergadering! antwoordde Beaupr?.

Zij zwegen, daar de hoofdverpleegster op vriendelijk vermanenden toon zeide:

--Nog enkele minuten, miss, dan zal ik u moeten verzoeken om heen te gaan, want onze pati?nt mag zich volstrekt niet te zeer inspannen!

--Wij beloven het u, zuster, zeide Marthe Debussy. Is er reeds gezorgd voor een afzonderlijk vertrek voor mijnheer?

--Het wordt morgen in orde gemaakt--hij mag niet v??r over een paar dagen vervoerd worden. De pati?nt is zeer zwak, en iedere druppel bloedverlies meer, zou hem den dood kunnen brengen.

Zij keek Beaupr? even peinzend aan en vervolgde toen:

--Hoe staat het toch met den naam van onzen pati?nt? Wij willen natuurlijk volstrekt niet doordringen in uw particuliere aangelegenheden, maar wij moeten toch een naam opgeven.

Marthe Debussy wisselde een snellen blik met haar minnaar en antwoordde toen:

--Vult maar in: Pierre Dubois! Mijn vriend is genaturaliseerd Franschman.

De hoofdverpleegster had den naam genoteerd en vervolgde nu:

--Weet gij wel, dat er hier vreemde dingen zijn voorgevallen? Scotland Yard weet in het geheel niets af van de arrestatie, die hier gisternacht heeft plaats gehad. Gij zult toch wel van de zaak weten?

Het was een vrij lastige vraag!

Raffles moest natuurlijk verondersteld worden, volkomen onkundig te zijn--en slechts Marthe Debussy, wier naam de verpleegster trouwens niet kende, kon gevoegelijk een weinig op de hoogte zijn van het geval, daar de hoofdverpleegster namens haar minnaar naar haar had moeten informeeren.

Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page

Back to top Use Dark Theme