Use Dark Theme
bell notificationshomepageloginedit profile

Munafa ebook

Munafa ebook

Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.

Words: 9292 in 3 pages

This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

10% popularity

EEN GOUDZOEKER OP MADAGASCAR.

Naar het Fransch van S. Lagrange.

Prospecteeren in Betsiriry.--Aardrijkskundige en geologische beschrijving van Betsiriry.--Bongo-Lava en Ambalika.--Eerste optreden van den prospector.--Teleurstellingen en verrassingen.--Een gunstig terrein.--Het leven op een concessie.--De goudpan.--De arbeiders.--Het "toby" of exploitatiedorp.--Het leven in het toby met werk en uitspanning. Voortgaande ontwikkeling der exploitatie.--Vooruitzichten.

Reeds meermalen en ook nog kort geleden werd de aandacht in Frankrijk gevestigd op den mineralen rijkdom van Madagascar. Er zijn allerlei studi?n verschenen over de vooruitzichten der plaatsen, waar goud is gevonden, over hun opbrengst en over de speculaties, waartoe ze aanleiding hebben gegeven. Maar om een goed denkbeeld te krijgen van de moeilijkheden, waarmee de ontginning te kampen heeft, moet men op de hoogte wezen van de manier, die bij het goudwinnen wordt gevolgd.

Wij willen trachten, het leven van den prospector te beschrijven; we zullen aangeven, hoe hij zijn werk begint en welke stadia hij heeft door te maken. Om zoo goed mogelijk vertrouwd te worden met de wisselende lotgevallen, die hem wachten, gaan wij het kader, waarin we zijn werk schetsen, plaatsen in een land, dat we uitstekend kennen, het district Betsiriry, hetwelk wij twee jaar lang hebben bestuurd.

Dit district of deze sectie maakt deel uit van den bestuurskring van Morondova, en heeft tot hoofdstad Miandrivazo. Het bestaat uit twee zeer verschillende streken, Bongo-Lava, en Ambalika.

Het eerste is een geaccidenteerd plateau, waarin over de geheele westelijke grens het massieve centrale bergland van Madagascar uitloopt, dat dezelfde geologische gesteldheid heeft. Intusschen is het er niet een onmiddellijk vervolg van. Een reeks hoogten staan ge?soleerd ieder afzonderlijk als beheerscheressen van het land en vormen een lange rij verbindingspunten tusschen de beide hoogvlakten. Een weinig uit de verte gezien, lijken ze op een onafgebroken muur, die in hoofdzaak loopt van het Zuidoosten naar het Noordwesten. Die reeks van hoogten is het duidelijkst tusschen de Mania en de Manambolo en heeft daar de toppen, den Bengilo, den Analaidirano, den Vohimena en den Andranomangatsiaka, en verder verliest het hoogland zich in de verwarde menigte terreinverheffingen ten noorden van Manambolo. Deze gesteldheid van den bodem is een hinderpaal voor de gemakkelijke gemeenschap tusschen Bongo-Lava en Imerina, want er zijn slechts een beperkt aantal plaatsen, waar wegen den overtocht mogelijk maken. Men treft ze aan den voet der hoogvlakte van Bongo-Lava aan, waar te Miandrivazo, te Manandaza en te Ankavandra respectievelijk de wegen van Betafo, Soavinandriana en van Tsiromanomandidy uitloopen. De beide rivieren, die wij boven noemden, de Mania en de Mahajilo, verdeelen de hoogvlakte in drie hoofdmassa's door diep ingesneden en ontoegankelijke dalen.

Het algemeen voorkomen van die drie hoofdafdeelingen is zeer verschillend. Tusschen de Mania en de Mahajilo stroomen de talrijke zijtakken der beide groote rivieren ieder langs afzonderlijke bergen, die elk zoozeer hun eigen karakter dragen, dat de inboorlingen er een eigen naam aan hebben gegeven. Tusschen de Mahajilo en de Manambolo is het hydrografisch stelsel minder ontwikkeld en daar heeft de erosie een sterkere werking kunnen uitoefenen. De hoogvlakte draagt er een onregelmatige opeenvolging van kegelvormige hoogten, die aan hun voet samenhangen als een aaneengesloten suikerbroodenrij.

Daar, waar de regens geen natuurlijke afvloeiing naar de dalen hebben gevonden, hebben ze zich kunstwegen gebaand, door in de laterietblokken werkelijke afgronden uit te slijpen, waarin het water soms bruisend neerstort, en waar daardoor een aanhoudende toestand van vochtigheid wordt onderhouden. Dat vocht met de sterke hitte in de kloven roept er een weelderigen plantengroei in het leven, gekenmerkt door hooge boomen met magere stammen en door allerlei bloeiende planten, waaronder een menigte begonia's.

De weinige paden, die door dit gedeelte van Bongo-Lava loopen, gaan rondom die hoogten met bochten en kronkelingen, waar geen eind aan schijnt te komen en slingeren zich soms ver uit de richting, waar ze ten slotte heen moeten, alleen om maar de kloven en de te steile hellingen te vermijden. Hier en daar laten twee dicht bij elkaar liggende diepe kloven voor dien overgang niet meer ruimte over dan de smalle strook, die ze in den aanvang scheidt, een afscheiding zoo smal, dat het voorzichtig is, er enkel te voet te passeeren, zonder naar rechts of links te kijken, omdat men anders licht in ??n der beide afgronden zou kunnen storten. Men moet in dit land wel vier of vijf kilometer afleggen, om een afstand te overschrijden, die in vogelvlucht niet meer bedraagt dan een enkelen kilometer. De Manandaza en de Itondy, die van het Oosten naar het Westen stroomen, en twee of drie kleine zijtakken noordelijk en zuidelijk van de Mahajilo zijn de eenige rivieren, die dit gedeelte van de Bongo-Lava besproeien.

En eindelijk bepaalt zich het stroomstelsel ten noorden van de Manarabolo tot enkele zijtakken van dien stroom; de hoogvlakte is er zeer oneffen en de verdeeling van de terreinverheffingen ver van regelmatig.

De oppervlakte van de Bongo-Lava is, als men een paar onbeteekenende bosschen buiten rekening laat, volkomen kaal. Alleen de rivierdalen en de gebieden van erosie zijn beboscht. Er komen dalen voor, die gemakkelijk zouden zijn te herscheppen in bouwland, omdat ze er breed genoeg voor zijn, als men er maar besproeiingskanalen aanlegde. Maar de bevolking op de Bongo-Lava en de streken eromheen is niet talrijk en de stammen, die er wonen, hebben de noodzakelijkheid niet gevoeld, om zich te verspreiden over een gebied, waar de landbouw hen zou dwingen tot de ontplooiing van meer energie, dan waartoe ze eigenlijk in staat zijn.


Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg


Login to follow ebook

More posts by @FreeBooks

0 Comments

Sorted by latest first Latest Oldest Best

Back to top Use Dark Theme