Use Dark Theme
bell notificationshomepageloginedit profile

Munafa ebook

Munafa ebook

Read this ebook for free! No credit card needed, absolutely nothing to pay.

Words: 8032 in 3 pages

This is an ebook sharing website. You can read the uploaded ebooks for free here. No credit cards needed, nothing to pay. If you want to own a digital copy of the ebook, or want to read offline with your favorite ebook-reader, then you can choose to buy and download the ebook.

10% popularity

De Wallis-eilanden.

De tijding werd ons gebracht door een der officieren van het vaartuig, den heer Boisse, die, dadelijk na de ramp, in eene met vier matrozen bemande sloep, was uitgegaan om hulp te zoeken. Na vier dagen op den oceaan te hebben rondgezworven, waren zij gelukkig aan de Fidji-eilanden gekomen, vanwaar zij met een engelsch schip naar Noumea waren vertrokken.

Op den achtergrond, binnen den gordel van riffen, liggen, als in een effen donkerblauwen vijver, de Wallis-eilanden. Eene heerlijke, indrukwekkende kalmte omgeeft ons aan alle kanten: aan boord zwijgt ieder, want het oogenblik is gekomen om door de nauwe opening te varen. De kommandant is op zijn post; de boot stoomt de smalle geul binnen, waarvan de boorden elkander schijnen te raken; het gevaarlijkste punt ligt reeds achter ons; goddank, wij zijn behouden, en werpen het anker uit in de ruime baai, die zich voor ons opent.

Andere eilanden, Nukufetau, Nukuafo, groenende oasen, drijvende op de van goudglans schitterende wateren van het binnenmeer, boeien onzen blik door den rijkdom hunner prachtige vegetatie; nog andere, Fao, Fa?oa, op den grooten koraalgordel gelegen, die de binnenzee tegen den oceaan verdedigt, bieden een even zonderlingen als bekoorlijken aanblik. De witgekuifde schuimende golven, die het rif ombruisen, spatten in doorschijnende zilveren wolken, in een regen van diamanten, tegen den voet dier lage eilanden, waarop kokospalmen hunne bladerkronen wiegelen, en bloeiende heesters de lucht met zoete geuren vervullen. Voorwaar, indien eenige plek op aarde ons een denkbeeld kan geven van het paradijs, dan zijn het wel deze gezegende, onbeschrijfelijk bekoorlijke eilanden, zoo rustig en schoon oprijzende uit de blauwe, van goudglans doorspeelde, effen golven, omsloten door den wijden gordel van koraalriffen, als bloembouquetten uitgestrooid over de eindelooze vlakte der wereldzee.

In gezelschap van de officieren van ons ?tat-major wandelde ik het eiland Nukuat?a rond; zulk eene wandeling is een onuitsprekelijk genot: bij iederen voetstap vindt ge nieuwe stof tot bewondering: de Wallis-eilanden vooral zijn bij uitnemendheid schoon. Omringd door den onmetelijken Stillen-oceaan, genieten zij, bij de voorrechten eener overrijke tropische flora, het onschatbaar voorrecht van een zacht, bij uitstek liefelijk klimaat; nooit heerscht er, dank zij de frissche afwisselende winden, die buitensporige, ondragelijke hitte, die voor Europeanen onuitstaanbaar is. Hoe heerlijk is het, zich geheel over te geven aan den weldadigen indruk van oneindige kalmte en storelooze vrede, die u hier van alle kanten omringt; ten volle te genieten van het nieuwe leven, dat u lokkend toelacht op deze paradijsachtige eilanden, waar de bloemen altijd frisch zijn, waar de zon altijd schijnt; waar de suizende zefyrs bezwangerd zijn met zoete geuren; waar de effen wateren van de binnenzee het smettelooze blauw van den hemel weerspiegelen, en uit de verte het geruisch van den grooten oceaan u als muziek in de ooren dringt.

Zij waren daartoe aanstonds bereid, en met stemmen, wier zuiverheid en omvang mij verbaasde, zongen zij verschillende melodie?n en zelfs koren, waarbij zij in de handen klapten en op de maat huppelden. De Wallisers hebben een sterk ontwikkeld muzikaal gevoel en eene groote liefde voor den zang; zij vereenigen zich dikwijls in koor om te zingen. Zij hebben echter geen eigenlijk muziekinstrument: maar om het gezang te begeleiden en de maat aan te geven, bedienen zij zich van eene soort van trommel, aan de eene zijde met een stuk dierenhuid overspannen. Een aantal jonge lieden, die onderwijs in de muziek ontvangen hebben, kunnen reeds zonder fout gedeelten van de kerkelijke muziek zingen.

Den volgenden morgen vroeg liet ik mij naar het groote eiland brengen, mijn dejeuner medenemende. Het is heerlijk weer: eene onmisbare voorwaarde voor iedere wandeling en elk uitstapje; de prachtige zon van Uvea vergoedt ons de onophoudelijke regens, die ons verblijf in Nieuw-Caledoni? bedorven hadden.

Op de meest nabij zijnde punt van de kust, te Mua, ga ik aan land. Ondanks het vroege uur is alles in het dorp reeds op de been; kinderen spelen; vrouwen zijn met verschillenden arbeid bezig, onder anderen met het vlechten van matten; enkele jongelieden zitten voor de deur hunner hutten een sigaar te rooken. Ik ga naar hen toe, om hunne woning te bekijken, die het best te vergelijken is met eene reusachtige parapluie. Dit huis, naar hetzelfde model gebouwd als alle anderen in dit land, is eenvoudig in de hoogste mate: op een terp van aarde verrijzen in het rond eenige houten palen of zuiltjes, die een eenigszins puntig dak dragen, van kokos- en palmbladeren gemaakt. Dit dak reikt tot ongeveer zestig duim boven den grond; de ruimte tusschen beiden kan met beweegbare matten geheel afgesloten worden; eigenlijke wanden hebben deze woningen niet. Het meubilair bestaat uit eenige op den grond liggende matten, met kleine holle houten toestellen, waarop men het hoofd legt om te slapen; uit eenige houten gereedschappen, kalebassen en dergelijke voorwerpen; aan de dwarsbalken hangt de onmisbare kavaschotel, terwijl aan den middelsten pijler, die den top van het dak draagt, doorgaans een geweer is bevestigd. De eilanders vergenoegen zich nog met deze hoogst eenvoudige woning; maar onder de leiding der missionarissen, hebben zij te Mua eene aan Sint-Josef gewijde kerk gesticht, in den oud-gothischen stijl, die van gehouwen steenen is opgetrokken en in waarheid een monumentaal karakter draagt.

Van Mua begeef ik mij naar Mutautu, waar ik de officieren van ons schip zal ontmoeten; de afstand bedraagt slechts eenige kilometers: ik behoef dus niet den naasten weg te volgen, maar kan door het landschap omdolen. In de nabijheid van het dorp vind ik uitgestrekte velden, met broodvruchten en bananen beplant; de eersten worden op dezelfde wijze verbouwd als onze aardappelen, maar smaken veel lekkerder; de bananen, met hun prachtig gebladerte, zijn een onschatbaar geschenk des hemels. Men heeft met reden gezegd, dat niemand van honger behoeft te sterven in een land waar bananen groeien.

Weldra worden de bebouwde velden vervangen door het woud. Reusachtige kokospalmen verheffen hunne slanke stammen, als de zuilen eener kathedraal, tot eene hoogte van twintig ? vijf-en-twintig meter en ontplooien daar hunne prachtige bladerkronen, die een groen gewelf vormen, waar de zonnestralen niet kunnen doordringen. Eene verkwikkende koelte heerscht in de doorzichtige schaduw dezer heerlijke bosschen; de met welig gras begroeide grond rijst met langzame glooiing; langs de helling van den heuvel borrelt het frissche water tusschen de steenen op; kristalheldere, ondiepe beekjes kronkelen murmelend door het struikgewas en vormen schilderachtige kommen en vijvers, wemelende van kleine vuurroode, hemelsblauwe of goudgele vischjes. Een dezer beekjes volgende, kom ik aan een vrij groot meer, waarvan het bekken de krater is van een uitgebranden vulkaan. Dit meer, een van de twee waarin de wateren van het binnenland samenvloeien, ligt ongeveer drie mijlen ten noordwesten van Mua.

Omstreeks tien uren kom ik te Mutautu, het belangrijkste vlek van het eiland en de residentie van de koningin Am?lie. De kerk, aan Onze-Lieve-Vrouwe gewijd, is van steen opgetrokken en verrijst niet verre van den oever; de voornaamste huizen van het dorp staan ter wederzijde en vormen een onregelmatig pleintje.

Ik zet mij in de schaduw op het gras neder en haal mijn dejeuner voor den dag. Mijne verschijning heeft natuurlijk de aandacht getrokken van de jeugd van Mutautu, die op eerbiedigen afstand een kring om mij vormt. Die knapen zijn toonbeelden van gezondheid en kracht; onder luid gelach, duwen en dringen zij elkander voort; weldra naderen zij en worden wij de beste vrienden; ik deel een handvol amandelen onder hen uit, en laat wat in mijne wijnflesch nog over is te hunner beschikking. De vrouwen, die over het plein gaan, zijn betamelijk gekleed; zij zijn minder donker van kleur dan de mannen, en slechts eene tint bruiner dan de vrouwen in Andalusi? en op Sicili?. Zonderling genoeg, dragen zij het hair kort afgeknipt, terwijl de mannen het hunne laten groeien.--Het paleis van de koningin onderscheidt zich in niets van de hutten harer onderdanen.


Free books android app tbrJar TBR JAR Read Free books online gutenberg


Login to follow ebook

More posts by @FreeBooks

0 Comments

Sorted by latest first Latest Oldest Best

Back to top Use Dark Theme